Grote winst voor extreem rechts in Hongarije
BOEDAPEST. Joodse organisaties toonden zich maandagmorgen bezorgd over de groei van de extreem rechtse partij Jobbik in Hongarije. Die haalde gisteren bij verkiezingen 21 procent van de stemmen en eindigde zo als derde partij in het parlement.
„De groei van Jobbik, een schaamteloze neonazistische politieke partij, moet mensen in heel Europa wakker schudden”, zei president van het Europees Joods Congres Moshe Kantor. „Dit is een zwarte dag voor Hongarije.”
Jobbikleider Gabor Vona geeft regelmatig af op Joden en Roma (zigeuners). Antisemitisme is vrij normaal in de partij, zo geven ook mensen toe die de partij hebben verlaten. Vorige week drukte het Duitse weekblad Der Spiegel een gesprek af met een oud-lid dat in 2012 verwarring was gebracht na confrontatie met zijn eigen Joodse wortels.
Jobbik richtte zich vooral op kiezers op het platteland, waar een hoge werkloosheid en haat tegen de Roma heersen. Desalniettemin zijn bij de jongste verkiezingen de haatdragende leuzen tegen Joden en zigeuners wat teruggeschroefd en voerde Jobbik de Europese Unie als nieuwe vijand op. Ook de naar eigen zeggen corrupte Hongaarse elite en gevestigde partijen worden door Jobbik op de hak genomen.
De regerende partij Fidesz van premier Viktor Orban werd zondag opnieuw de grootste. De partij deed mee in een combinatie met de christendemocratische KDNP. De coalitie houdt met 44,5 procent van de stemmen de meerderheid van de zetels in het parlement.
Fidesz/KDNP krijgt zo 133 van de 198 zetels in het parlement. „Hongarije is opnieuw een plaats waar je een waardig bestaan kunt opbouwen”, zei Orban.
Een coalitie van linkse partijen kwam uit op 26 procent, die hierdoor de tweede sterkste groep wordt. Daarna volgt Jobbik, die in 2010 16 procent haalde.
Ondanks dat Fidesz/KDNP het grootste blok bleef, moest de coalitie wel fors inleveren ten opzichte van 2010. Toen sleepten de regeringspartijen twee derde van de zetels binnen.
Door die comfortabele meerderheid was de regering de afgelopen jaren in staat de grondwet te wijzigen. Ook was er sprake van een centralisatie van de macht en een groeiende invloed van de staat.
Dit beleid leidde tot veel kritiek. De regering verloor bijvoorbeeld een zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg om rechters vroeger met pensioen te sturen. Ook werd de persvrijheid aan banden gelegd. In het Europees Parlement kreeg Orban meermalen hevige kritiek, onder meer ook vanwege de nieuwe grondwetsbepaling die het huwelijk reserveert voor mensen van verschillend geslacht.
Critici zien Orban als een alleenheerser die geen tegenspraak duldt. Zo heeft hij op bijna alle machtige instituties vertrouwelingen aan het hoofd benoemd. Ook binnen de kerken zijn de meningen over hem verdeeld.
BOEDAPEST. Opnieuw wordt meer dan de helft van de zetels in het Hongaarse parlement bezet door regeringspartij Fidesz. beeld EPA
Orban.
beeld AFP
Joden bezorgd over winst extreem rechts in Hongarije