„Verzakken polderland stopt pas onder water”
HAASTRECHT. De lage landen voeren al eeuwenlang strijd tegen het water. Maar die strijd heeft een keerzijde: door drooglegging van de drassige veengrond zakt het land elk jaar verder omlaag. Het maakt het gevecht om droge voeten steeds heviger. „Duizend jaar terug lag dit gebied tot 4 meter hoger dan nu.”
In het gerenoveerde poldergemaal ”De Hooge Boezem achter Haastrecht” opende de burgemeester van de gemeente Vlist (Zuid-Holland) vrijdagmiddag de vernieuwde tentoonstelling ”1000 jaar leven met water”.
Vanaf zaterdag kunnen bezoekers –van jong tot oud– de permanente tentoonstelling bezoeken. Deze zaterdag zelfs gratis. „Dat wij hier kunnen leven is niet vanzelfsprekend”, legt Klaas Dogterom (66) het doel van de expositie uit. Hij is voorzitter van de stichting die het museum in stand houdt. „Vooral jonge mensen beseffen vaak niet hoeveel werk hiervoor verzet is, en wat nú gebeurt om ons hier te kunnen laten wonen en leven. Het stijgend zeeniveau, het dalend land en de toenemende waterafvoer maken het belang alleen maar groter.”
Moedbenemend
Duizend jaar geleden bestonden de Krimpenerwaard en de Lopikerwaard nog niet in deze vorm. De waarden –ingedijkte stukken land– ontstonden pas later. „Vroeger had je hier zompig moerasland”, weet Dogterom. „Dat lag boven zeeniveau. Minstens een halve meter, tot misschien zelfs 2 meter toe.” Dit landschapsbeeld veranderde zo’n duizend jaar geleden. „Toen gaven de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland aan de eerste boeren toestemming hier te gaan ontginnen.”
Ze begonnen daarop aan een moedbenemende taak. Dogterom: „Om het water uit de natte veengrond te laten weglopen groeven de boeren enorm veel sloten. Zo ontstond het slagenlandschap.”
Het water uit de sloten liep toen nog probleemloos de lager gelegen rivieren in. Rechtstreeks, of via de Vlist, een veenriviertje dat de grens vormt tussen de Lopikerwaard en de Krimpenerwaard. Doordat het water wegliep, begon het veen in te klinken.
De gevolgen van de ontginning vereisten zo’n anderhalve eeuw later, rond het jaar 1100, voor het eerst actief ingrijpen. Dogterom: „Als in de Hollandsche IJssel de vloed opkwam, steeg het boven het waterpeil in de sloten. Die konden daardoor zolang het water niet meer kwijt. Daarnaast moesten er dijken komen, om het land te beschermen.” Om het rivierwater bij vloed tegen te houden kwamen er sluizen in de dijken. Een doeltreffend systeem: bij eb stroomde het slootwater ongehinderd de rivier in; bij opkomend hoogwater drukte de tegendruk de schuif dicht.
Primeur
Door het ontwateren bleef het land in de eeuwen erna gestaag dalen. „Op een bepaald moment kon het water ook bij eb niet meer wegstromen. Eerst kreeg de Vlist ook kaden, waarna allerlei molens erlangs het polderwater hierin pompten.”
Toen de verder inklinkende veengrond ook deze oplossing onbruikbaar maakte, kreeg Haastrecht in 1486 een primeur in de strijd om droge voeten. Dogterom: „Molens kunnen het water maar zo’n 1,5 meter omhoog pompen. Toen dat niet genoeg meer was bouwden ze hier, als eerste in Nederland en waarschijnlijk ook ter wereld, een tweetrapsbemaling. Net als later in Kinderdijk. Om zo’n 48 hectare grond, onder aan de IJsseldijk, kwam een kade te liggen. Hierop kwamen zeven molens te staan die het water uit de Vlist in dat gebied pompten. Dit maakte het lozen in de IJssel weer mogelijk.”
Officieel heet zo’n gebied een polderboezem; in Haastrecht kreeg het de benaming ”Hooge Boezem”. Het land erbinnen ligt nu veel hoger dan de polders, doordat de veengrond hierin natter bleef.” Toen in 1872 een stoomgemaal deze Hooge Boezem overbodig maakte, kreeg het gemaal dezelfde naam. „Het hoogheemraadschap gaat trouwens vanaf deze zomer de Hooge Boezem weer gebruiken als waterberging, maar dan vanuit de Hollandsche IJssel.”
Het stoomgemaal de ”De Hooge Boezem achter Haastrecht” functioneerde tot 1990 – vanaf 1948 elektrisch aangedreven. Daarna nam het nieuwe gemaal de Keulevaart, een kilometer oostwaarts, het werk over.
Een stichting redde het langzaam verpauperende pand in Haastrecht vijf jaar later van sloop. Er kwam een permanente expositie in. Die is nu grondig vernieuwd en uitgebreid, dankzij een Europese en een provinciale subsidie van in totaal 2 ton.