Capelle aan de IJssel exposeert zijn burgemeesters
CAPELLE A/D IJSSEL. De burgemeester als rots in de branding. De afgelopen eeuwen was het de machtigste man in dorp of stad. Tegenwoordig is hij meer burgervader. De macht is nu aan de gemeenteraad. Zij die de gemeente van Capelle aan den IJssel als burgemeester hebben gediend, zijn vanaf zaterdag in de IJsselgemeente geëxposeerd in het kleinste museum van Nederland: het Dief- en Duifhuisje.
De burgemeester is vaak het ankerpunt in de gemeente. Hij laat zich zien bij een ramp en sust de gemoederen bij ruimingen wegens vogelgriep, varkenspest of mond-en-klauwzeer.
Zo gaf burgemeester Dirk Bakker op 15 november 1889 daadkrachtig leiding aan de hulpverlening bij het zwaarste spoorwegongeval van de 19e eeuw in Nederland, dat aan acht mensen het leven kostte en twaalf zwaargewonden telde. Het was Jacob van Dijk die op 1 februari 1953, ondanks geruststellende berichten van het hoogheemraadschap, het initiatief nam tot maatregelen om de Ketensedijk tegen het water te beschermen, waardoor Capelle en Zuid-Holland aan een watersnoodramp ontsnapten.
Zo komen de wetenswaardigheden van alle dertien burgemeester die Capelle vanaf 1811 hebben gediend op vijftien panelen aan bod.
Het begint in 1811 met Dirk Kleij en het eindigt met de huidige Frank Koen, burgemeester vanaf 2010 tot heden.
Dirk Kleij was een machtig man. Hij loodste de Capellenaren door de Franse Revolutie en suste de gemoederen van de bevolking. In de ambtsperiode van Otto Hoogendijk werd tussen 1869 en 1874 de polder Prins Alexander aangelegd en kreeg Capelle in 1862 het eerste gemeentehuis aan de Dorpsstraat. Matthijs Willem Schalij was klein van postuur, maar door zijn optreden en imposante bakkebaarden een man met bijzondere uitstraling. In 1863 kreeg Capelle zijn eerste en tot nu toe enige tot de adel behorende burgemeester: jonkheer Cornelis van Beresteijn. Joke van Doorne werd in 1998 de eerste vrouwelijke burgemeester.
Frank Koen, burgemeester sinds 2010, opent zaterdag om 10.00 uur de expositie ”Van Kleijndorp tot Koenestad” in het Dief- en Duifhuisje aan de Nieuwe Laan, pal naast zorgcentrum De Rozenburcht. Het is die dag open tot 16.00 uur. Normaal is het elke tweede zaterdag van de maand tussen 13.00 en 16.00 uur geopend. De toegang is gratis.
Het Dief- en Duifhuisje, in omvang 4 bij 5 meter, is het kleinste museum in Nederland en het enige overblijfsel van het Slot Capelle, de residentie van verschillende regentengeslachten. Op de bovenverdieping van het museum komt een permanente expositie over Slot Capelle.