Hoofdredactie RD: We hebben juist niet willen stigmatiseren
APELDOORN. Een interview met een fictieve, criminele Marokkaan, woensdag in onze krant, heeft nogal wat stof doen opwaaien. „Duidelijk is dat het niet goed uitgepakt is, hoewel we het met de beste bedoelingen hebben gedaan”, aldus W. B. Kranendonk, hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.
Waarom hebt u als krant gekozen voor de vorm van een fictief interview?
“We wilden een artikel schrijven waarin uitkomsten van diverse onderzoeken naar criminaliteit onder Marokkanen verwerkt konden worden. Waarom komen sommige jongeren van Marokkaanse afkomst in de criminaliteit terecht? Om de informatie in een aansprekende vorm te presenteren, hebben we gekozen voor een interview met een fictieve, criminele Marokkaan. We wilden lezers de dingen ook eens van de andere kant laten bekijken. Exact het omgekeerde van wat ons nu wordt verweten. Veel mensen denken namelijk dat dit een interview is met zomaar een Marokkaan en dat we willen stigmatiseren. Nee, het gaat hier om iemand die in de criminaliteit terecht is gekomen en die vervolgens uitlegt hoe dat is gegaan.”
Waarom hebben jullie dan niet een bestaande persoon geïnterviewd?
„Om de simpele reden dat je, voordat zo iemand iets wil zeggen in de krant, een vertrouwensrelatie met die persoon moet opbouwen. En dat lukt niet zomaar. Dat kost veel tijd. We hoopten door de uitkomsten van onderzoeken te verwerken in zo’n fictief gesprek, de problematiek helder voor het voetlicht te brengen. Dat is in de ogen van veel lezers niet gelukt. En dus zijn we ons doel voorbijgeschoten. Wel heb ik sterk de indruk dat heel veel mensen die nu verontwaardigd reageren het artikel niet goed gelezen hebben. We projecteren namelijk niet de vooroordelen die er zijn op alle Marokkanen. Integendeel, we proberen duidelijk te maken waardoor een groep Marokkanen in de criminaliteit terecht is gekomen. De feiten die we in het artikel aandragen, zuigen we niet uit onze duim, die komen gewoon uit onderzoeken die er gedaan zijn.”
Met zo’n interview speel je Geert Wilders in de kaart, wordt gezegd.
„Als we een fictief interview met een doorsnee-Marokkaan hadden afgedrukt, zou dat verwijt terecht zijn. Dan hadden we Marokkanen gestigmatiseerd. Maar nu doen we niet anders dan onderzoeken naspreken. We doen dus het omgekeerde van wat Wilders doet. Wij willen juist uitleggen welke zaken tot criminaliteit onder Marokkanen kunnen leiden. Niet zomaar wat roepen, niet zomaar een hele groep een stempel opplakken, maar kijken welke oorzaken tot een bepaald gedrag kunnen leiden.”
Dus we kunnen nog meer van dit soort fictieve interviews in uw krant tegemoetzien?
„Ik zeg het nogmaals: als je met een artikel het omgekeerde bereikt van wat je wilt bereiken, moet je heel kritisch kijken naar de journalistieke vorm die je hebt gebruikt. En dan is de conclusie dat we dit anders hadden moeten aanpakken. Geen fictieve interviews meer dus. We schamen ons er als krant niet voor om die conclusie te trekken. We hebben nooit een bevolkingsgroep willen wegzetten, integendeel.”