De RVS heeft hierover vragen gesteld bij het Hof van Justitie in Luxemburg. De raad wil van dit hof „uitleg over Europese terrorismebegrippen”.

De vier hebben zich volgens Buitenlandse Zaken beziggehouden met fondsenwerving voor de Tamil Tijgers. Daarom kunnen ze in Nederland niet meer bij hun geld komen. Dit besluit vechten ze aan bij de RVS.

De organisatie Tamil Tijgers, voluit de Liberation Tigers of Tamil Eelam (LTTE), is in 1976 opgericht en strijdt voor een onafhankelijke Tamil-staat op Sri Lanka. De Raad van State twijfelt of dit als terrorisme kan worden bestempeld, omdat onzeker is of „handelingen van strijdkrachten in een gewapend conflict als terroristische daden kunnen worden beschouwd”. De LTTE heeft naar eigen zeggen de gewapende strijd intussen opgegeven. De groep wil door als een politieke beweging.

De Nederlandse sancties tegen de vier Tamils vloeien voort uit internationale en Europese regels voor de bestrijding van terrorisme. De LTTE staat onder meer op een Europese en Amerikaanse lijst van terroristische organisaties.

De rechtbank in Den Haag heeft drie van de vier mannen in deze zaak in oktober 2011 veroordeeld tot gevangenisstraffen. De rechters concludeerden dat de Tamil Tijgers volgens de Nederlandse wet geen terroristische organisatie is. Ze voerde namelijk een „gelijkwaardige strijd”. Bovendien hadden de Tamils een eigen gebied, met eigen regels en eigen strijdkrachten.

Toch wezen de rechters op de terreurlijst van de EU, die Tamil Tijgers aanmerkt als verboden organisatie. Omdat de verdachten daar lid van waren, werden ze veroordeeld voor het lidmaatschap van een criminele organisatie.De drie zijn tegen deze uitspraak in beroep gegaan. Tegen de vierde betrokkene loopt de strafzaak nog bij de rechtbank.

De RVS heeft de behandeling van de zaak tegen de vier Tamils nu geschorst in afwachting op de antwoorden van het hof in Luxemburg. Dit duurt naar verwachting 1 tot 1,5 jaar.