De onderneming vindt het belang van 45 procent niet langer horen tot de kernactiviteiten. Eerder dit jaar wilde het bedrijf de zeggenschap nog uitbreiden.

Essent wilde met Van Gansewinkel voldoende aanvoer van afval garanderen voor de verbrandingsovens waarmee het bedrijf energie opwekt. Eerder dit jaar kwamen de resultaten bij de milieudivisie van Essent echter onder druk te staan. Dat kwam vooral door de drastische vermindering van het gestort afval door een toegenomen export naar Duitsland.

Daardoor worden in Nederland het aantal verbrandingsinstallaties niet uitgebreid. Ook de liberalisering van de energiemarkt deed Essent besluiten zich te concentreren op de energieactiviteiten. Het concern uit Arnhem zegt inmiddels genoeg contracten met afvalverwerkers te hebben gesloten voor het leveren aan verbrandingsinstallaties.

Volgens een woordvoerder heeft Essent geen limiet gesteld aan de verkooptermijn. „We willen niet onder tijdsdruk komen”, zei hij maandag.

Essent noemt zich leider op de Nederlandse energiemarkt en heeft als thuismarkt het zuiden en noordoosten van Nederland. In 2002 bedroeg de omzet ruim 6,9 miljard euro. Van Gansewinkel haalde een omzet van 457 miljoen euro.