Dat kondigt partijvoorzitter Van Leeuwen dinsdag aan in het Reformatorisch Dagblad. Hij wil het grondvlak meer betrekken bij de politieke praktijk. „De partij debatteert onvoldoende over politieke onderwerpen. We leven in een tijd van secularisatie en indringende maatschappelijke vraagstukken. Daarom is het van wezenlijk belang dat een christelijke politieke partij vitale afdelingen en betrokken leden heeft”, aldus Van Leeuwen.

Het hoofdbestuur stelt voor om de landelijke partijdag een andere opzet te geven. In de toekomst zal deze vergadering meer politieke discussie met de afgevaardigden bevatten. Zo mogen afgevaardigden ook het landelijke en het Europese verkiezingsprogramma vaststellen.

Kiesverenigingen mogen wijzigingsvoorstellen op de voorgelegde concepten indienen. Ook kunnen afgevaardigden straks moties indienen. Op de landelijke partijvergadering is er momenteel nauwelijks ruimte voor politieke discussie; ze staat vooral in het teken van bezinning en huishoudelijke aangelegenheden.

Verder stelt het hoofdbestuur aanpassingen in de partijstructuur voor. Plaatselijke kiesverenigingen mogen zich omvormen 
tot plaatselijke afdelingen. Dan hoeven zij geen zorg meer te dragen voor de financiële en ledenadministratie. Binnen de afdeling komt dan meer tijd en energie 
vrij voor inhoudelijke debatten.

Ook het hoofdbestuur krijgt een vernieuwde organisatie. In plaats van een algemeen voorzitter en een partijvoorzitter, komt er één voorzitter, de partijvoorzitter, en een plaatsvervangend voorzitter. De plaatsvervangend voorzitter zal een predikant zijn. Op dit moment is een predikant partijvoorzitter. Verder komen er grenzen aan de zittingstermijnen van hoofdbestuursleden.

De wijzigingen moeten 1 januari volgend jaar zijn beslag krijgen. Een dezer dagen gaan de uitgewerkte voorstellen naar de secretarissen van de plaatselijke kiesverenigingen. Voor de bespreking van de voorstellen is een extra huishoudelijke vergadering gepland op zaterdag 14 juni.