De verkiezingsoverwinning van Erdogan viel nog groter uit dan bij de vorige lokale stembusgang in 2009. Toen kreeg hij 39 procent van de stemmers achter zich. De steun bij de parlementsverkiezingen van 2011 was met bijna 50 procent evenwel nog overweldigender. Toch is de zege een enorme opsteker voor de premier, die het laatste jaar wordt geplaagd door corruptieschandalen en de verkiezingen had uitgeroepen tot een nationaal referendum over zijn functioneren.

Erdogan vierde het succes in Ankara, vanaf het balkon van het hoofdkantoor van zijn partij. Duizenden jubelende aanhangers hadden zich verzameld om zijn toespraak te beluisteren. ,De democratie en de vrije wil hebben gewonnen’’, riep hij. Daarnaast had hij weinig goede woorden over voor zijn concurrenten, die hij beschuldigde van een lastercampagne. ,Deze resultaten zijn een nederlaag voor de leugenachtige politici, zij zullen boeten’’, zo refereerde hij aan meerdere gelekte geluidsopnames die hem in verband brachten met corruptie. Volgens Erdogan zijn de meeste opnames gemanipuleerd.

In tegenstelling tot de jubelstemming bij het hoofdkantoor van de AK-partij was het niet overal in Turkije hosanna. In twee verschillende plaatsen kwamen bij schietpartijen acht mensen om het leven en in Ankara raakten tien personen gewond toen zij met ijzeren staven en messen werden aangevallen. Na het sluiten van de stembureaus liepen de spanningen opnieuw op. Beide kampen beschuldigden elkaar van manipulatie en in Ankara riep zowel de kandidaat van de AK-partij als die van CHP de overwinning uit.

In de hoofdstad liggen beide partijen zo dicht bij elkaar dat nog niet duidelijk is wie daadwerkelijk zegeviert. De miljoenenstad Istanbul blijft in handen van de AK-partij. In Izmir, de derde stad van Turkije, bleef de kandidaat van CHP met ruime voorsprong aan de macht.