Bij zeer ernstige misdrijven bestaat voor de rechter zelfs een wettelijke verplichting om aangifte te doen, concludeert het hoogste rechtscollege.

De Hoge Raad boog zich over vier zaken waarbij de betrokken rechters wel aangifte deden van strafbare zaken. Het openbaar ministerie ging hierna over tot het vervolgen van de verdachten van deze strafbare feiten.

Het gerechtshof in Den Haag besliste eerder dat de rechters in deze vier gevallen ten onrechte aangifte hebben gedaan en verklaarde het OM niet-ontvankelijk. De raadsheren van het hof baseerden hun beslissing op een eerder genomen beslissing van de zogenoemde Ombudskamer van de Hoge Raad in 1998, dat het de rechter niet is toegestaan in dit soort gevallen aangifte te doen. De Hoge Raad meent nu dat deze opvatting onjuist is.