Kort daarvoor sprak Desjchitsia in Den Haag. Ook hij zei dat de kans op een ontmoeting in Den Haag „zeer groot” is. Hij liet weten dat de Oekraïense regering al weken om een ontmoeting op hoog niveau vraagt.

Desjchetsia zei van Rusland te zullen eisen dat zij hun militairen terugtrekken en stoppen met provocaties. In ruil daarvoor biedt hij gesprekken aan.

Ondanks de terugtrekking van de Oekraïense militairen van de Krim zei Desjchitsia dat zijn land de Krim „nooit opgeeft”, maar dat Kiev een vreedzame oplossing voor het conflict nastreeft. Hij wil dat Oekraïne en Rusland naast elkaar kunnen bestaan en hoopt dat Russen en Oekraïners uiteindelijk zelfs weer „wodka drinken” met elkaar.

Oekraïne wil ook dat er meer sancties worden ingesteld tegen Rusland. De huidige maatregelen zijn niet genoeg om Rusland ervan te overtuigen zich terug te trekken uit de Krim en te weerhouden van nieuwe acties. Wel prees Desjchitsia de maatregelen die het Westen tot op heden heeft genomen en dat het daarbij niet alleen om verklaringen gaat „maar ook concrete acties”.

De minister wilde niet zeggen welke sancties het Westen dan volgens Oekraïne zou moeten nemen. Desjchitsia verwacht veel van de G7-landen die later maandag bijeenkomen in het Catshuis om te overleggen over Oekraïne en de Krim. Tegelijk toonde hij zich ook realistisch met de verwachting dat de sancties waarschijnlijk niet meteen veel zwaarder worden.

Over de huidige situatie aan de Oekraïense grens, waar veel Russische troepen zijn, toonde Desjchitsia zich bezorgd. „Oekraïne weet niet wat de plannen van Rusland en president Vladimir Poetin zijn. We willen ook een ontmoeting om daar achter te komen.”