„Vanavond klinkt een zucht van opluchting”
De dienst van vereniging, vrijdagavond in de Domkerk, was er een van helblauwe televisielampen, felicitaties en bezinning. Dr. B. Plaisier, scriba van de SoW-kerken, sprak van „een zucht van opluchting”, maar ook van ingetogenheid.
„Twee belangrijke tradities uit het protestantisme verbinden zich”, zei dr. Plaisier. „Toch overheerst de vreugde niet. We zijn eerder waardig dan uitgelaten. We zijn dankbaar met een grote rand ingetogenheid.” Na ondertekening van de verklaring klonk desondanks een luid applaus.
Voor de aanvang van de dienst feliciteren synodeleden elkaar. Camera’s zwaaien boven de toegestroomde aanwezigen. Dr. Plaisier praat druk in zijn mobiele telefoon. Een gemêleerd gezelschap, onder wie hervormd-gereformeerde synodeleden, zit in de kerkbanken. Het orgel speelt ”Een vaste Burg”.
Na minister Donner van Justitie en kardinaal Simonis volgt, als laatste, de Koningin. Ze neemt plaats naast drs. I. Fritz, presidente van de lutherse synode. In het gevolg van de Koningin dr. Plaisier, in een toga in de kleuren van het kerkelijk jaar. Na de opening, waarin ds. J. G. Heetderks, voorzitter van de gereformeerde synode, de Koningin feliciteert met de geboorte van haar kleindochter, leest ds. B. Wallet de verklaring van de SoW-kerken voor. „Dit is het moment waarnaar velen van u verlangend hebben uitgezien. Kerken die een eigen geschiedenis kenden moesten naar elkaar toegroeien. SoW is een geschiedenis van vreugde en verdriet geworden. Op verschillende manier hebben kerken en gemeenteleden daaraan geleden. We hopen dat de vereniging gezegend mag worden.”
De verklaring spreekt van wegen die met de Afscheiding en de Doleantie gescheiden werden, maar hier samenkomen. Na ondertekening door de hervormde synodevoorzitter ds. A. W. van der Plas, ds. J. G. Heetderks en drs. I. Fritz klinkt luid applaus door de Domkerk. Ook de Koningin applaudisseert. Kinderen steken drie kaarsen aan die de drie kerken symboliseren. In zijn gebed zegt dr. Plaisier: „Wij belijden U, wij zijn er niet ongebroken uitgekomen. Onze vreugde is niet zonder verdriet, onze dankbaarheid is niet zonder zorg. Niet iedereen in onze kerk is ervan overtuigd dat wij hiermee in Uw weg gaan. Vergeef ons waar wij elkaar niet genoeg hebben vastgehouden, waar wij elkaar niet konden vinden in Uw Woord. Laat ons op dit moment de kracht en troost van Uw Geest ervaren.”
„Vanavond klinkt een zucht van opluchting”, zegt de scriba in de verkondiging. „Twee belangrijke tradities uit het protestantisme verbinden zich. Wat gebroken was, wordt geheeld. Een open wond waarmee generaties van onze voorouders leefden, wordt geheeld. Toch doorzindert op deze avond de vreugde niet de Domkerk. We zijn eerder waardig dan uitgelaten. We zijn dankbaar met een grote rand ingetogenheid.” En verder: „Toch is het gebeurd: de Protestantse Kerk in Nederland is een feit. Dankt God en verheugt u.”
„Elke betrokkene weet van het aanlokkelijke perspectief om de kerken op te delen in gelijkgezinde delen: een groep die zich verenigt en een groep die met rust gelaten wordt”, aldus dr. Plaisier. „We zijn niet gevallen voor die verleiding. Zo waren we elkaar namelijk kwijtgeraakt. Waarom doorgegaan tot op dit moment? Omdat we niet anders konden en niet anders wilden. Een roep heeft ons geraakt en niet meer losgelaten. De woorden van onze Heer zijn ons te sterk geworden. De woorden die Hij bad, waren een roep om eenheid, opdat de wereld zou geloven.”
Dr. Plaisier draagt een gedichtje van Toon Tellegen voor. Over twee mensen die elkaar nodig hebben, maar toch een andere kant op gaan. Het einde van het gedichtje luidt: Niemand had ze gezegd dat het regende en dat de wegen onbegaanbaar waren. Dat ze moesten schuilen, schuilen. Schuilen bij elkaar. Plaisier: „Ja, waarom schuilen ze niet bij elkaar? Omdat ze elkaar ten diepste niet vertrouwen. Of niet in staat zijn elkaar vast te houden op het moment dat ze het dichtst bij elkaar zijn. Daarvoor helpen geen regelingen. Daarvoor is gebed nodig.”
De dienst wordt grotendeels gevuld met gezamenlijke zang, koorzang, schriftlezing en gebed. De Psalmen 85 en 100 weerklinken. Verder is er gebed voor Israël en voor de Palestijnen. Tijdens het gezamenlijk opgezegde Onze Vader luiden de kerkklokken.