Bij de koningin aan tafel
Eetgewoontes zijn, net als taal en godsdienst, nauw met een cultuur verbonden. Zeven in stijl gedekte tafels laten in Paleis Het Loo zien hoe er de afgelopen twee eeuwen aan het hof gegeten werd. Tijdens formele diners, maar ook in intieme kring. Saillant detail: al het tentoongestelde glaswerk, bestek en serviesgoed is van koningin Beatrix en wordt voor een groot deel ook nog door haar gebruikt.
De oproep van de Nederlandse Museumvereniging om in 2003 iets te doen met het thema eetcultuur (zie kader) bereikte ook Paleis Het Loo. „Omdat wij als museum een tafeltraditie hebben opgebouwd, vonden we dat we daarop in moesten gaan”, vertelt conservator Wies Erkelens.
De basis voor die tafeltraditie werd gelegd in 1993, met de tentoonstelling van een grote collectie Meissen-porselein. Voor het eerst werden toen in Paleis Het Loo gedekte tafels getoond. In 1997 en 1998 exposeerde het museum serviesgoed, glaswerk en bestek van het Weense en het Deense hof. De afgelopen jaren wist het museum in de decembermaand bezoekers te trekken met sfeervol verlichte vertrekken en fraai gedekte tafels.
De tentoonstelling ”Aan tafel met zeven koninginnen” heeft de bedoeling een beeld te geven van de manier waarop er de afgelopen twee eeuwen ’bij de koningin’ gegeten werd. De vrouwelijke insteek komt voort uit de gedachte dat, ook aan hof, de tafel en alles wat daarbij hoort tot het rijk van de vrouw wordt gerekend.
Er is gekozen voor verschillende momenten van de dag. Achtereenvolgens ziet de bezoeker in de vertrekken de tafels van een diner van koningin Beatrix, een souper van koningin Wilhelmina (gemalin van koning Willem I), een diner van koningin Wilhelmina, een dejeuner van koningin Anna Paulowna, een dejeuner van koningin Sophie, een eerste ontbijt van koningin Emma en een thee van koningin Juliana. Qua formaliteit varieert het van intiem -de voor twee personen gedekte lunchtafel van koningin Sophie in haar privé-vertrekken- tot zeer officieel - een groot diner van koningin Wilhelmina in de Galerij of Galerijzaal.
Wies Erkelens haast zich om te benadrukken dat het beeld dat een tentoonstelling geeft, nooit volledig is. Juist over eetgewoontes en tafelcultuur in het dagelijkse leven valt bijvoorbeeld weinig te zeggen, omdat daar vaak niet veel over is vastgelegd. „Dat is een algemeen punt als je probeert te achterhalen hoe iets vroeger was of gedaan werd. De dagelijkse, gewone dingen schrijf je niet op.”
Bij eetcultuur speelt ook nog een ander punt, namelijk dat het per definitie vaak om ongeschreven voorschriften gaat. Binnen een bepaalde kring is duidelijk wat de regels zijn. „Je hoeft niet vast te leggen hoe het hoort, dat weet je”, vertelt Wies Erkelens. En wie het niet weet, hoort er niet bij.
Rekeningen
Wies Erkelens heeft voor de tentoonstelling veel onderzoek verricht in het archief van de hofmaarschalk, een onderdeel van het Koninklijk Huisarchief. Ze was verrast door de hoeveelheid informatie die ze daarin aantrof. „Heel veel rekeningen, bijvoorbeeld. Verbazend vaak kwam ik daarin in juli grote bedragen voor haring tegen. Je vraagt je af hoe je dat moet interpreteren. Verder ook briefjes van mensen die de hofmaarschalk meedeelden dat ze in de stad waren: waarschijnlijk om aan te geven dat ze een uitnodiging voor een bal niet af zouden slaan.” Wat er geserveerd werd, is terug te vinden in menuboeken. Daarin ontbreken echter gegevens over de dranken die geschonken werden, en ook over de plaats van bestek en glazen en de tafelschikking.
Al het tentoongestelde tafelgoed is afkomstig uit Paleis Noordeinde, uit de collectie van koningin Beatrix. Hare Majesteit heeft de tafelschikkingen ook zelf bekeken. Eerst een proefopstelling in Den Haag. Vervolgens bezocht koningin Beatrix op 7 november de definitieve opstelling in Paleis Het Loo, „voor een laatste inspectie”, aldus Wies Erkelens.
Mispels
Het dekken van de tafels kwam voor een groot deel neer op een reconstructie van hoe het geweest zou kunnen zijn. Tot in de kleinste details is daarbij gestreefd naar historiciteit. Dat geldt niet alleen voor het gebruikte serviesgoed, glaswerk en bestek, maar ook voor de manier van dekken en voor de verdere aankleding. Op een aantal tafels vallen bijvoorbeeld ananassen, bananen en mispels op. „Die werden in die tijd aan het hof veel gegeten. Het waren echte seizoensproducten. Zelfs de koning kon daar niet het hele jaar door over beschikken.”
Bij een paar tafels was er maar weinig informatie voorhanden. Dat gold bijvoorbeeld voor het ontbijt van koningin Emma. „Dat was zo gewoon, daar is niets van beschreven. Ik heb maar één vermelding gevonden. Toen Wilhelmina net getrouwd was, werd vermeld dat koningin Emma haar eerste ontbijt alleen gebruikte.” Op tafel staat een kleurig Japans servies. In de schalen ligt onder andere brood en Deventer koek. Dit laatste komt, net als beschuit, voor in ontbijtbeschrijvingen van koningin Sophie.
De tafels laten zien dat de manier van dekken in de loop van de tijd verandert. Aan het begin van de negentiende eeuw was ”à la Française” de norm: gasten werden vanaf buffetten bediend. In de loop van de negentiende eeuw sloeg dat om in de nu nog gangbare methode ”à la Russe”: serviesgoed, glazen en bestek voor alle gangen staan op tafel, de gerechten worden aan tafel uitgeserveerd.
Opvallend is de manier van dekken voor een diner zoals dat in de tijd van koningin Wilhelmina gegeven zou kunnen zijn: al het bestek ligt aan de rechterkant van het bord. Een methode die gebruikelijk was aan het Duitse en het Oostenrijkse hof en die blijkens een foto van een gedekte tafel in Paleis Noordeinde in de tijd van koningin Wilhelmina ook in Nederland werd gebruikt. Bijzonder aan deze dinertafel is ook het speciaal gemaakte jugendstilservies, met ”Het Loo” verwerkt in de decoratie, dat door koningin Emma aan haar dochter cadeau is gedaan. Jarenlang is het opgeborgen geweest, recent werd het door koningin Beatrix weer tevoorschijn gehaald.
Zilveren bord
De tafel in de Nieuwe Eetzaal is zonder twijfel het meest in overeenstemming met hoe het werkelijk geweest is. Het betreft een nagenoeg exacte kopie van een diner zoals dat in 1988 door koningin Beatrix werd aangeboden aan de Britse koningin Elizabeth. Zij bezocht Nederland ter ere van de herdenking van de Glorious Revolution in 1688. Willem III stak in dat jaar over naar Engeland en verdreef zijn schoonvader koning Jacobus II. Hij en zijn vrouw Mary werden vervolgens koning en koningin van Engeland. Sinds het paleis een museum is, was dit het eerste en tot nu toe enige diner dat er is gehouden.
Van het herdenkingsdiner zijn veel details, onder andere door foto’s, bekend. Koningin Elizabeth at bij het diner van een zilveren bord van Willem III en Mary, zoals een zwartwitfoto in de tentoonstellingsbrochure laat zien. Van dit servies zijn in totaal slechts drie borden overgebleven. De beide staatshoofden dronken tot besluit van de maaltijd uit twee kleine, zeventiende-eeuwse bekerglazen.
Wies Erkelens vertelt dat er wel een beetje is gesmokkeld met de tentoonstellingsopstelling. In 1988 zaten er 26 gasten aan het diner, nu is er voor veertien personen gedekt. De beide koninginnen zaten tegenover elkaar. De reusachtige tafel- en bloemstukken stonden zo opgesteld dat het zicht op elkaar niet belemmerd wordt. Het koninklijke wapen komt op deze tafel op vele manieren terug. De porseleinen borden met blauwe rand zijn nog altijd in gebruik.
Kaneelkoekjes
De geboorte van prinses Amalia bracht Wies Erkelens een briefje van Willem II in herinnering. Na de geboorte van een van zijn kinderen bestelde hij in Den Haag kaneelkoekjes. „Dat er na een bevalling kandeel gedronken werd, wisten we. Maar dit laat zien dat in het begin van de negentiende eeuw niet op beschuit met muisjes, maar op kaneelkoekjes werd getrakteerd.” Ze overweegt dat gegeven nog in de tentoonstelling te verwerken. Gezien de tijd zou dat moeten op de tafel van koningin Anna Paulowna. „Maar ik heb nog geen passend schaaltje voor de koekjes gevonden.”
De tentoonstelling ”Aan tafel met zeven koninginnen” in Paleis Het Loo, Apeldoorn, loopt tot en met 31 januari. Informatie: tel. 055-5772448 of www.paleishetloo.nl.