Euro gaat door grens van 1,23 dollar
De euro is vrijdag door de grens van 1,23 dollar gegaan.
Op de valutamarkt in Londen noteerde de Europese munt in de namiddag even 1,2301 dollar. Dat is voor het eerst sinds de introductie van de Europese eenheidsmunt in 1999. Sinds het begin van dit jaar is de euro ten opzichte van de dollar 17 procent in waarde gestegen.
De grens werd geslecht, nadat het Amerikaanse ministerie van Handel had gemeld dat het tekort op de handelsbalans weer was toegenomen. Het handelstekort was opgelopen van 41,3 miljard dollar in september tot 41,8 miljard dollar in oktober. Ook een tegenvallend indexcijfer van het consumentenvertrouwen in de Verenigde Staten droeg bij aan de waardevermindering van de Amerikaanse munt.
Op de financiële markten groeit de angst dat ’s werelds grootste economie onvoldoende buitenlands kapitaal kan aantrekken om de tekorten op de lopende rekening te financieren. Veel kenners en valutahandelaren rekenen erop dat de koers voor het eind van dit jaar nog zakt tot 1,25 dollar voor 1 euro.
De dollar noteerde vrijdag ook al zijn laagste peil in elf jaar tijd ten opzichte van het Britse pond en de Japanse yen. Een pond is momenteel ruim 1,75 dollar waard. Tegenover een dollar stonden vrijdag nog maar 107 yens (107,10 yen). Dat zouden er veel minder zijn als de Japanse centrale bank niet geregeld dollars zou hebben gekocht.
Bij de monetaire reserves van de centrale banken groeit de hoeveelheid euro’s, ponden en Zwitserse franken. Volgens economen van verscheidene internationale zakenbanken is het aandeel dollars in de totale 2,9 biljoen dollar aan valutareserves gedaald van 67,5 procent in 2001 tot 64,5 procent in 2002.