Voormalig minister van Buitenlandse Zaken, Ben Bot, verwacht geen gevolgen voor de top. „De slotverklaring is al lang uitgedokterd.” De crisis komt in de marge wel aan de orde. Daarbij zal volgens hem de belangrijkste vraag zijn hoe verder om te gaan met Rusland.

De leiders van de G7 (de belangrijkste industrielanden) hebben al aangekondigd tijdens de top overleg te hebben over de Krim. Het gaat om Canada, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Japan en de VS. Ook de EU is hierbij aanwezig. Maar „de crisis zal de top niet overschaduwen”, verwacht Jan Melissen van Instituut Clingendael. „Die is al lang en heel zorgvuldig voorbereid.”

Volgens de Leidse hoogleraar internationale betrekkingen, Alfred van Staden, „hangt de schaduw van de overweldiging van de Krim over de top”, maar heeft het geen grote gevolgen. „Het slotcommuniqué is in belangrijke mate al voorgekookt”. Bij eerdere bijeenkomsten van de Nuclear Security Summit was de Russische president wel steeds aanwezig, destijds in de persoon van Dmitri Medvedev. Dit keer is president Vladimir Poetin er niet bij. Hij zou het te druk hebben.

Zijn afwezigheid „doet afbreuk aan de top”, meent Van Staden. De rol van Rusland bij dit onderwerp is „buitengewoon essentieel”. Rusland stuurt minister van Buitenlandse Zaken, Sergej Lavrov. „Het nucleair element verliest aan waarde”, oordeelt oud-topdiplomaat Bot op zijn beurt. Rusland is een van de grootste spelers op het nucleaire terrein. Maar hij gaat er vanuit dat de Russen de slotverklaring gewoon gaan ondertekenen.

Melissen denkt niet dat het wegblijven van Poetin gevolgen zal hebben voor het meerjarige NSS-proces. Hij wijst erop dat er een gemeenschappelijk belang van Rusland en de Verenigde Staten is bij het voorkomen van nucleair terrorisme. Als Poetin was gekomen had dat tot „ongemakkelijke situaties” geleid. Het feit dat de Russen een minister sturen, maakt duidelijk dat ze de contacten „functioneel willen voortzetten”. Ze tonen aan dat ze betrokken willen blijven bij het proces, aldus Melissen.