Rechter wijst Kamminga terecht
De bewering van de Gelderse commissaris van de Koningin, J. Kamminga, dat ex-gedeputeerde W. Scheerder zijn collega-bestuurders heeft misleid rond het evenementenbeleid, is onjuist.
De rechtbank in Arnhem heeft geen enkel objectief aanknopingspunt gevonden voor die bewering, die door de commissaris is gedaan. Kamminga heeft dat als getuige voor de rechtbank ook niet hard kunnen maken, aldus rechtbankpresident P. Pulles vrijdag in zijn uitspraak tegen de ex-gedeputeerde.
Ook al is er geen sprake van opzettelijke misleiding, toch kreeg Scheerder vrijdag 240 uur taakstraf en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden opgelegd. Algemeen wordt dat als een milde straf gezien. Dat komt omdat de rechtbank voor Scheerder heeft laten meewegen dat hij al vóór de rechtszaak publiekelijk werd beschuldigd van corruptie, misleiding en manipulatie.
Voor die beschuldigingen is volgens de rechtbank geen bewijs gevonden. Scheerder toonde zich vrijdag erg opgelucht dat de verdachtmaking van corruptie van tafel is. Hij heeft steeds gesteld dat hem zijn integriteit als bestuurder afgenomen is. Om die reden kon hij ook niet elders aan de slag. „Ik ben blij dat het corruptieverhaal rond mijn bruiloft van tafel is”, aldus de ex-gedeputeerde, „maar treurig dat ik word veroordeeld voor een brief die ik niet heb geschreven en waarvan de handtekening betwist wordt.”
Rechtbankpresident Pulles waste de provincie in zijn uitspraak nog eens fors de oren. Volgens de president heeft Scheerder weliswaar twee misleidende brieven aan de bank ondertekend, maar die handelingen stonden niet op zichzelf en pasten in de bestuurlijke context. Zowel Kamminga als oud-provinciegriffier Crasborn hebben dat in hun getuigenverklaringen voor de rechtbank nog eens bevestigd, aldus Pulles.
„Er was sprake van qua aard en ernst uiteenlopende onvolkomenheden. Behalve vervalsingen is gebleken van onbevoegd genomen besluiten, onbevoegd geplaatste handtekeningen, onrechtmatige budgetaanwendingen, ontduiken van BTW, juridisch ondeugdelijke contracten, ontwijken van Europese regelgeving, (personele) belangenverstrengeling, slordige besluitvorming, gebrekkige naleving van administratieve en interne regels en gebrekkige handhaving, zelfs door het college van Gedeputeerde Staten. Het strafbare handelen van Scheerder kan binnen dit spectrum van geconstateerde fouten worden geplaatst”, aldus de rechtbankpresident.
Commissaris Kamminga wilde vrijdag niet reageren op de kritiek van de rechtbank op hemzelf en de provincie. Sinds de fraude met het evenementenbeleid aan het licht kwam, heeft de provincie een groot aantal verbeteringen in de organisatie en het beleid doorgevoerd.