Ds. C. Hogchem werd vanaf jeugd getrokken door preken van Philpot
Velen zijn vertroost door de dagboeken ”Door Baca’s vallei” en ”Korenaren uit de volle oogst” van Joseph Charles Philpot (1802-1869). Enkele vragen over ”der pelgrims metgezel” aan ds. C. Hogchem, predikant van de gereformeerde gemeente te Genemuiden.
Vanwaar uw liefde voor Philpot?
„De betrokkenheid op de preken van Philpot is van mijn jeugd aan. De zondagse diensten waren meest leesdiensten, de preken vaak van een oudvader en soms van Philpot. Waarom zulke preken me aanspraken, durfde ik tegen niemand te zeggen. Van een oude christin kreeg ik eens een oud prekenboek van Philpot. Ik had er groot belang bij en las erin tot in de kleine uurtjes. Meest met veel bekommering, soms ook met een brandend hart.”
Kunt u zijn preken karakteriseren?
„Spurgeon schreef: „Het doel van de heer Philpot was steeds weer het afbreken van de godsdienst naar de mens, en de omverwerping van de machtige kastelen der letterknechten, welke satan overal doet verrijzen. Wij hebben de predikaties van de heer Philpot met veel profijt gelezen, want wat dit betreft was hij weergaloos.”
Het kenmerkendst van Philpots preken is de wijze waarop hij het zaligmakende werk van Gods Geest verwoordt, hoe het heil door Christus verworven wordt toegepast in zondaarsharten. Opkomend vanuit de ontdekking voegt hij geestelijke dingen met geestelijke dingen samen (1 Kor. 2:13). Teer, duidelijk, uitvoerig en met diepgang.
De vrouw die mij een boek van Philpot gaf, was slecht ter been. Daarom had ze altijd een stapeltje boeken bij de hand. Ze las en herlas, steeds dezelfde boeken, jaren achtereen. Preken van de Erskines, Van der Groe, Smijtegelt, Comrie en Philpot. Ze moest ze wel haast uit haar hoofd kennen. Maar het gebeurde nogal eens dat ze zei: „Moet je nu eens luisteren…”, en dan las ze voor wat haar getroffen had. Voor haar was er geen tegenstelling tussen die schrijvers.”
Philpot wordt wel verweten een hypercalvinist te zijn die geen woord had voor een onbekeerd mens.
„Philpot preekte inderdaad voor Gods kinderen. Maar wie hem plaatst in de kerkelijke context van zijn dagen, zal veel begrijpen en zeker geen karikatuur van hem maken. Halverwege de vorige eeuw was A. Schreuder te Barneveld een bekende ouderling. Een geoefende en zakelijke man, die voor Philpot geen goed woord over had. Totdat zijn vrouw hem eens vroeg: „Heb je ooit een preek van hem gelezen?” Nee, dat niet, maar hij zou dat eens doen. In zijn ouderdom las hij nog vaak de preken van zijn „geliefde Philpot”, soms ook in de kerk. Deze preken zijn velen tot grote zegen geweest. Voor onbekeerden in zichzelf. Voor oprecht bekommerden, voor wie de ware kennis van Gods geliefde Zoon de grootste verborgenheid wordt. En voor hen die erachter kwamen dat zij onbekeerd waren: onbekend met de zaligmakende werkingen van Gods Geest (Judas:19).”