Stichting In de Rechte Straat houdt landelijke ontmoetingsdag
GORINCHEM. De gemeente van Tongeren in België is een volkstuintje van de Heere onze God. Het is geen eenvoudig volkstuintje. De grond moet bewerkt worden. De plantjes groeien soms scheef, moeten weer recht in de grond gezet worden en opnieuw water krijgen. „Daarvoor moet je telkens weer op de knieën”, zegt ds. Toon Vanhuysse.
De Belgische predikant, een van de sprekers op de landelijke ontmoetingsdag van de Stichting In de Rechte Straat (IRS) zaterdag in Gorinchem, zei al twintig jaar in dit volkstuintje te mogen wroeten. „Het kost soms vuile handen om de grond te bearbeiden, de plantjes weer recht in de grond te zetten en ze te voeden en te begieten met het Woord van God. Dat is mijn werk in de gemeente van Tongeren”, aldus ds. Vanhuysse.
De predikant trad 35 jaar geleden uit de Rooms-Katholieke Kerk. De priester werd predikant. Vijfentwintig jaar geleden trad hij onder ds. Hegger toe tot de stichting In de Rechte Straat. Sinds twintig jaar dient hij de gemeente van het Belgische Tongeren. Het is belangrijk om voeling te houden met de grond en de plantjes in Gods volkstuintje, stelde hij. „Dit volkstuintje is niet van Paulus en ook niet van Apollos, maar van God. Wij mogen het slechts onderhouden en begieten, maar de wasdom is aan God. Wij zijn niet meer dan watersjouwers, in totale afhankelijkheid van Hem.”
Tongeren is volgens de predikant de moeilijkste stad in België om het Evangelie te verkondigen. Er is veel tegenstand en onverschilligheid. „Dat kan je ontmoedigen. Telkens weer moet je op de knieën voor het werk in Gods volkstuintje. Zoals Nehemia zei: Wij zullen ons opmaken en bouwen, maar de God van de hemel zal het ons doen gelukken”, aldus ds. Vanhuysse. „Als Gods medearbeiders hebben we ook uw gebed nodig.”
Er is geen heerlijker maar ook geen moeilijker leven dan een leven in de dienst van God, stelde IRS-voorzitter ds. M. Klaassen in zijn openingswoord op de ontmoetingsdag. Hij sprak van een paradox. Een leven in de dienst van God noemde hij een levenslange strijd. Het is vaak heel eenzaam en brengt lijden mee. „Om daarin staande te blijven, is veel gebed nodig, zowel persoonlijk als van anderen. Ook Paulus wist zich gedragen door medearbeiders.”
Pedro Snoeijer is sinds tien jaar voor IRS werkzaam vanuit de Pools-Duitse grensstad Görlitz/Zgorzelec. „Polen is een zendingsland”, aldus Snoeijer. „Het werk is niet altijd gemakkelijk. Maar de Heere is goed.”
Volgens hem is er nauwelijks goede, christelijke lectuur in Polen voorhanden, terwijl daar wel behoefte aan is. Ook is er honger naar het Woord. Sinds 2007 brengt Snoeijer in een oplage van 2200 exemplaren het kwartaaltijdschrift Augustinus uit met Bijbelstudies en artikelen over geloof en ethiek. Daarnaast verzorgt hij driemaandelijks internetpublicaties die per e-mail worden verstuurd. Langere versies van de artikelen plaatst hij op zijn weblog.
De eveneens in Polen werkzame ds. Tomasz Pieczko vertelde op de ontmoetingsdag over zijn ervaringen in zijn nieuwe gemeente Zelow. Op papier telt zijn gemeente, die hij als „behoudend” kwalificeert, 450 leden. Op zondag komen er zo’n vijftig mensen naar de kerk.
De Rooms-Katholieke Kerk heeft volgens hem grote macht. Alle politieke en maatschappelijke organisaties in Polen kunnen alleen bestaan bij de gratie van deze kerk. Die trekt achter de schermen aan de touwtjes. De kerk heeft volgens hem een dubbele moraal. Ze zegt het een en doet het ander; het is geen probleem om in de zonde te leven.
Samen met Pedro Snoeijer zet ds. Pieczko zich in voor het Poolse tijdschrift Augustinus. „Ook daarmee kunnen we voorzien in de grote geestelijke nood die er is.”