Burger onderschat risico overstroming
DEN HAAG. Nederlanders hebben onvoldoende op het netvlies wat er allemaal mis kan gaan bij een volgende watersnood. Er is een „indringende wake-upcall” nodig.
Dat stelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een rapport dat maandagmiddag is verschenen. De OESO deed onderzoek naar waterbeheer in Nederland in opdracht van de Nederlandse overheid. De aanbevelingen van de organisatie zijn belangrijk: ze vormen een bouwsteen voor hoe het waterbeheer in Nederland de komende vijftig jaar wordt georganiseerd.
Een van de belangrijkste conclusies in het overwegend positief gestemde rapport is dat Nederlanders een tekort aan „waterbewustzijn” hebben. De Nederlandse burger gaat ervan uit dat prestaties uit het verleden ook voor de toekomst gelden, schrijven de opstellers. „Veel mensen zijn zich niet bewust van de beginselen van evacuatiebeleid, van de herkomst van het water dat ze drinken of van de vraag of hun eigendom is gebouwd op een terrein dat bij een overstroming onder water loopt.”
Volgens de OESO is die bewustzijnskloof het gevolg van „een hoge mate van vertrouwen in de regering” en het feit dat sinds 1953 nieuwe rampen uitbleven.
Minister Schultz van Haegen is het eens met het rapport, zei ze maandagmiddag tijdens de overhandiging ervan. „Net als de OESO vind ik een indringende wake-upcall op zijn plaats: mensen moeten erover nadenken wat ze moeten doen als het misgaat.”
De minister geeft later dit voorjaar de aftrap voor een nieuwe aanpak voor publiekscommunicatie om Nederlanders bewuster te maken van de waterrisico’s.