Waterschappen: voldoende toezicht op ons werk
DEN HAAG (ANP). De Unie van Waterschappen is het niet met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) eens dat het onafhankelijke toezicht op het waterbeheer moet worden versterkt. Voorzitter Peter Glas van de unie vindt goed toezicht net als de OESO essentieel, maar je moet volgens hem ergens een grens trekken.
„Als er aan één ding in Nederland geen gebrek is, dan is het aan toezicht. We hebben de eigen algemene besturen die ons controleren, de provincie als toezichthouder, het Rijk, de Tweede Kamer, rekenkamers, de Ombudsman. We meten onze prestaties op allerlei manieren en maken die steeds beter openbaar, transparant en toegankelijk. Wel is het goed om met de andere partners te kijken waar verbeterpunten liggen”, zei Glas maandag in een reactie op een rapport van de OESO.
Volgens die organisatie moet het toezicht beter. Er is een gebrek aan transparantie en gegevens van de diverse instanties over prestat ies zijn lastig met elkaar te vergelijken, aldus de onderzoekers. Minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) wil samen met de andere partijen bekijken hoe een en ander zichtbaarder en transparanter kan worden gemaakt.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft ze verder dat de bestuurlijke organisatie van het waterbeleid, via onder meer de waterschappen, niet hoeft te worden veranderd. De Unie van Waterschappen is daar blij mee. „Structuurdiscussies kunnen van tafel”, aldus Glas. Hij is blij met de conclusie van de OESO dat het waterbeheer toekomstbestendig is.
De OESO is kritisch over de waterkwaliteit in ons land. Glas vindt dat terecht. „We investeren veel, maar dan nog blijft het lastig. Het laaghangend fruit is geplukt, verdere verbetering is lastig en kostbaar. De vraag is nu hoe we verder willen. Hoe schoon willen we ons water? Wat is schoon water ons waard?”