Verhuiskoepel zet personeel „superslim” in
Samen doe je meer en samen doe je het beter. Dat is heel in het kort de gedachte achter Mondial Movers, een koepel van twintig verhuisbedrijven met 34 vestigingen door het hele land. Aan een fraaie reeks contracten werd recent een fikse klus toegevoegd: alle verhuizingen voor personeel van het Amerikaanse leger in Noordwest-Europa.
Waaijenberg-Ede, Kattenberg-Nunspeet, Vlot-Sliedrecht, Henneken-Zoetermeer: voor lezers van deze krant bekende namen. Het zijn vier van de twintig aandeelhouders van Mondial Movers, waarvan het hoofdkantoor in Alblasserdam zit, met uitzicht op de wereldberoemde molens van Kinderdijk. Ook grote bedrijven als Nieuwenhuis-Veendam en Vogel-Middelburg behoren ertoe. Bij alle bedrijven wordt de telefoon opgenomen met „Mondial” en dan de eigennaam.
De historie van de verhuiskoepel gaat terug tot begin jaren tachtig, vertelt directeur Tom Stuij. „Er was sprake van een concentratietendens. Inkopen moest in het groot gebeuren, zo redeneerden vooral veel ministeries. Defensie bijvoorbeeld wilde één verhuizer voor het hele land. Militairen veranderen nogal vaak van standplaats. Het ging om zo’n 1500 opdrachten per jaar. Het leger was op dat moment wat betreft verhuizingen landelijk de grootste opdrachtgever.”
Defensie koos voor een grote verhuisfirma met drie vestigingen, maar de af te leggen afstanden bleven te groot. Het bedrijf contracteerde daarom collega’s: het eerste samenwerkingsverband was een feit. „Toen bleek dat het samen beter ging dan alleen, ontstonden er onder de 450 erkende verhuisbedrijven die ons land telt, wel tien tot vijftien koepels. Nadien ging daar de bezem door.” Er bleven er vijf over, waarvan Mondial Movers de grootste is, zegt Stuij.
Ondanks het aanvankelijk enthousiasme beleefden nogal wat verhuisclusters een moeizame start. „Wij ook. Toen we in 1990 officieel startten, was de eerste medewerker in loondienst een verhuizer. Die kon goed verhuizen, maar was geen verkoper. Toen een verkoper hem opvolgde was dat ook weer lastig, want die had nog nooit verhuisd. Zo’n man kon het natuurlijk nooit goed doen voor alle acht aandeelhouders van dat moment.”
Een grote opsteker was het contract dat Mondial Movers in 1996 met Defensie afsloot. „Het startte in 1997, voor drie jaar, met twee keer een jaar verlenging. Op dit moment is een nieuwe aanbesteding gaande.” De 700 medewerkers die bij de twintig aangesloten bedrijven werken, verhuisden of verhuizen onder meer de gemeentehuizen van Den Haag en Zwolle, de Grolsch-brouwerij in Twente en diverse ziekenhuizen.
„We haalden nadien ook contracten binnen met Economische Zaken, Algemene Zaken, Verkeer en Waterstaat, het CBS, de NMa, KPN, de KLPD, de Belastingdienst”, somt Stuij -sinds 1999 directeur- op.
Enkele weken geleden kwam daar de US Army bij. „Al het Amerikaanse legerpersoneel dat ergens ten westen van de lijn Hamburg-Bonn moet wonen, wordt door ons voorzien van tijdelijke inrichting vanuit de meubeldepots van het Amerikaanse leger. Als hun eigen huisraad van overzee dan na een week of acht arriveert, halen wij de tijdelijke meubels weer weg. Alles wordt gecoördineerd vanaf de legerbasis in Schinnen. Bij elkaar gaat het om zo’n 4500 verhuizingen per jaar.”
De operationele verhuizingen voor dat contract gebeuren door Mondial Willems Verhuizingen uit Sittard, die vervolgens gebruikmaakt van het Mondial Movers-netwerk dat Nederland beslaat. Via de European Moving Group (EMG, met partnerbedrijven in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk en Italië) reikt de samenwerking tot in de verste uithoeken van Europa.
Het uiteindelijke doel van al die samenwerking valt voor Stuij in drieën uiteen. „Verkoop en promotie gaan een stuk gemakkelijker en zijn voordeliger als je die met elkaar doet. Verder is gezamenlijke inkoop van verhuisliften, een half miljoen verhuisdozen op jaarbasis, en aanschaf van dekens en andere inpakmaterialen lucratief. De aangesloten bedrijven voeren inmiddels voor een groot deel de groen-blauwe huisstijl van Mondial Movers of gaan dat binnenkort doen.
„Maar wat uiteindelijk het allerbelangrijkste is, is het gezamenlijk gebruik van elkaars medewerkers. Verhuist iemand van Middelburg naar Groningen, dan pakt de Middelburgse partner de auto in en levert de chauffeur erbij. Die gaat in z’n eentje met de volle wagen naar Groningen, waar mensen van de aandeelhouder daar de auto lossen. Zou je dat niet doen, dan loopt de post ”arbeid” enorm op. Bovendien zouden veel verhuizers veel te lange dagen maken. En verhuizen is natuurlijk al een fysiek zwaar vak. Het personeel wordt nu superslim ingezet.”
Particulieren verhuizen gemiddeld ééns per zeven jaar, 15 procent met de erkende verhuizer. „In de 85 procent die dat niet doet, zitten ook de overlijdens- en studentenverhuizingen.” Dat die 15 procent voor de verhuizers nog wel wat omhoog mag, staat buiten kijf. „We timmeren ook aan de weg met kleine formules. Wie eenmaal met de erkende verhuizer verkaste, wil doorgaans niet meer anders.”