Vier vragen over het Kamerdebat met staatssecretaris Teeven
DEN HAAG. De Tweede Kamer debatteert donderdag met de minister van Veiligheid en Justitie over de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Vier vragen.
Wat is er aan de hand?
De staatssecretaris van Justitie, Teeven (VVD), was van 1993 tot 2002 en van 2003 tot 2006 officier van justitie. In die hoedanigheid trof hij in 2000 een overeenkomst met drugscrimineel Cees H. Dinsdagavond blikte het tv-programma Nieuwsuur terug op de schikking. Voor de Tweede Kamer gisteren voldoende reden om er vandaag over te willen debatteren met minister Opstelten (VVD). Hij is verantwoordelijk voor het OM.
Is het duidelijk waar de schikking op neerkwam en waarom Teeven deze trof?
In grote lijnen wel. Medio jaren negentig werd H. veroordeeld tot vier jaar cel vanwege zijn betrokkenheid bij internationale drugstransporten. De handel zou de bende waartoe H. behoorde een omzet van 500 miljoen gulden hebben opgeleverd. Omdat op 1 maart 1993 de zogenaamde Plukze-wet was aangepast dacht justitie dat bedrag vrij eenvoudig te kunnen terugvorderen. In dat kader legde het OM onder meer beslag op een bedrag van 2 miljoen gulden dat H. bij een Luxemburgse bank had gestald.
Die keus pakte verkeerd uit: omdat H. zijn strafbare feiten voor 1 maart 1993 had gepleegd was de oude Plukze-wet nog van kracht. Volgens de rechter mocht justitie daarom alleen beslag leggen op het bedrag dat H. aantoonbaar voor zichzelf had overgehouden als gevolg van zijn werk voor de drugsbende. Daarmee werd het OM niet alleen opgezadeld met een onmogelijke klus, het beslag op H.’s bankrekening was misschien wel onrechtmatig. De schikking die Teeven trof, was dan ook bedoeld om het dossier te kunnen sluiten en mogelijke schadeclaims te voorkomen.
Na een betaling van 750.000 gulden kreeg H. weer toegang tot zijn bankrekening. Volgens zijn advocaat compenseerde justitie hem bovendien voor de rente die hij in de jaren van de beslaglegging was misgelopen.
Waarom veroorzaakte de tv-uitzending zo veel commotie, en is dat terecht?
Uit de uitzending blijkt dat alleen de verantwoordelijke officieren, onder wie dus Teeven, en de waarnemend voorzitter van het college van procureurs-generaal (pg’s) van de schikking wisten. De pg die verantwoordelijk was voor de schikkingen, Steenhuis, werd gepasseerd. Dat is saillant: de topmagistraten lagen elkaar kennelijk niet zo.
Na de uitzending bleef onduidelijk of de officieren alle details van de schikking met hun superieur hadden gedeeld, en dus ook dat de Belastingdienst buiten de schikking was gehouden. Dat punt is inmiddels opgehelderd; de super-pg wist daarvan en bracht op zijn beurt ook toenmalig justitieminister Korthals op de hoogte van dit aspect van de regeling.
Tot slot bleef onduidelijk of de Kamer adequaat over de schikking is geïnformeerd. Dat blijkt het geval: Kamervragen van 1 maart 2002 van de CDA’ers Rietkerk van Van de Camp over de schikking zijn op 16 april van dat jaar uitvoerig beantwoord door Korthals. Over het buitensluiten van de fiscus geeft Korthals in zijn antwoorden weliswaar geen informatie, maar daar hadden de Kamerleden ook niet naar gevraagd.
Klein bier dus, dat debat?
Nou nee, zeker niet. Teeven kan aardig hard maken dat hij rugdekking had van zijn superieuren en komt (via Opstelten) waarschijnlijk wel met de schrik vrij. Maar de mislukte pogingen van justitie om H. voor miljoenen te plukken passeren in het debat ongetwijfeld meerdere keren de revue. Dat is, hoe onterecht ook, zeer beschadigend voor het imago van Opstelten en Teeven. Én het geeft oppositiepartijen zoals de PVV de gelegenheid om aan de vooravond van de verkiezingen nog eens flink te schamperen op het OM dat keer op keer voor het criminele geboefte buigt.