Op welke punten precies, daar wilde eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem na afloop van de vergadering weinig over kwijt. „Maar er is goede vooruitgang geboekt.” Dinsdag gaat het overleg tussen de EU-ministers verder.

Daarna is het weer de beurt voor overleg met het EP. Minister Dijsselbloem toonde zich maandagavond optimistisch over het bereiken van een compromis met het EP. „Alle partijen willen een akkoord voor het einde van de maand.” De onderhandelaars van de lidstaten en het EP hebben nog circa een week. Anders wordt het te krap om een akkoord aan alle Europarlementariërs in de laatste plenaire sessie in april voor de Europese verkiezingen in mei te kunnen voorleggen.

In de huidige vorm wijst het EP de plannen voor het saneringsfonds van de hand, net als de voorstellen voor de autoriteit die het allemaal moet afwikkelen. Het systeem, in jargon het Single Resolution Mechanisme genoemd, is te complex en de lidstaten hebben te veel macht bij het besluit om falende banken te saneren, meent het EP. Bovendien moet het fonds sneller effectief zijn dan nu voorgesteld.

Een van de knelpunten is dat het fonds niet direct vanaf het begin op volle kracht is. De eerste 10 jaar zal het bestaan uit ‘nationale compartimenten’ die in tien stappen samensmelten tot een Europees fonds van in totaal 55 miljard euro. De EU-lidstaten erkennen dat dit een punt is om goed naar te kijken, aldus Dijsselbloem. Zo moet het fonds meer slagkracht krijgen in de beginjaren.

Mogelijk dat het fonds sneller gevuld gaat worden. Hierover is volgens Dijsselbloem nog geen besluit genomen. Zo wordt er ook nog gepraat over het plan om het fonds de mogelijkheid te geven op de financiële markt geld te lenen. Wel spraken de lidstaten af dat dat het lenen van geld tussen de compartimenten onderling mogelijk gaat zijn.

Het saneringsfonds is de laatste pijler van een Europese bankenunie. Die moet voorkomen dat de belastingbetaler voortaan opdraait voor wanbeleid bij banken.