Getuigenverhoor over Demmink van start
UTRECHT (ANP). In de misbruikaffaire rond voormalig topambtenaar van het ministerie van Justitie Joris Demmink gaat dinsdag een zogeheten voorlopig getuigenverhoor van start. De onderzoeksrechter in Utrecht zal negen getuigen ondervragen over een Amerikaanse documentaire over Demmink, Dutch Injustice. Het gaat om onder meer enkele oud-rechercheurs.
In de film wordt Demmink beschuldigd van het plegen van ontucht met een 14-jarige jongen, die gedwongen in de prostitutie zou hebben gewerkt. Een en ander zou zich hebben voorgedaan in de jaren ’90. Demmink was tot 1 november 2012 de hoogste ambtenaar van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Het voorlopig getuigenverhoor is aangevraagd door De Roestige Spijker, een stichting die zich erop toelegt de onderste steen over de handel en wandel van de nu 66-jarige Demmink boven te krijgen. Het gonst al jaren van de geruchten over seksuele escapades van de oud-topman van justitie, die een voorliefde voor tienerjongens aan de dag zou hebben gelegd en zijn machtspositie zou hebben misbruikt.
De Roestige Spijker ziet de zaak als een doofpotaffaire. Demmink diende onder drie ministers van Justitie (naast Ivo Opstelten ook Piet Hein Donner en Ernst Hirsch Ballin). Het vermoeden bestaat dat hem de hand boven het hoofd is gehouden.
De stichting wil de documentaire kunnen verspreiden, zonder het risico op een proces wegens smaad. De film is overigens al geruime tijd te bekijken op YouTube. De advocaat van Demmink heeft eerder laten weten dat verdere verspreiding zal worden opgevat als onrechtmatig. Via het voorlopig getuigenverhoor kan De Roestige Spijker bepalen hoe sterk zij staat, voor het geval Demmink in de juridische tegenaanval zou gaan. Bij een voorlopig getuigenverhoor is geen sprake van een eiser en gedaagde en wordt geen vonnis gewezen. Voor het getuigenverhoor in Utrecht zijn in maart en april 8 dagen uitgetrokken.
Eerdere onderzoeken, onder meer door inlichtingendienst AIVD, leidden niet tot vervolgstappen tegen Demmink. Na een oriënterend onderzoek besloot het Openbaar Ministerie (OM) hem niet te vervolgen, wegens gebrek aan bewijs. Het gerechtshof in Arnhem maakte daar begin februari korte metten mee en gaf, na een klachtprocedure, het OM opdracht alsnog tot strafrechtelijk onderzoek over te gaan.
De concrete verdenking in dat onderzoek komt neer op verkrachting van twee jonge Turkse jongens, tijdens een dienstreis van Demmink in 1996. Demmink heeft altijd ontkend dat hij destijds in Turkije was. Voor het overige heeft de voormalig ambtenaar zich in stilzwijgen gehuld, totdat het Algemeen Dagblad in 2012 een groot verhaal publiceerde. Demmink stapte toen naar de rechter en eiste schadevergoeding. Die zaak loopt nog.