NGK: licht op groen voor hereniging met GKV
ZEEWOLDE. De Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) willen op 31 oktober 2016 in staat van hereniging zijn met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV).
Met een ruime meerderheid steunde de landelijke vergadering (LV) van de NGK zaterdag een voorstel van de regio Amsterdam-Alkmaar om een nieuwe stap te zetten in de verhouding tot de GKV. Dertig afgevaardigden stemden voor, drie tegen en vier onthielden zich van stemming.
Ds. J. Mudde (Haarlem), woordvoerder van de regio Amsterdam-Alkmaar die het voorstel om te komen tot hereniging indiende, ziet de uitspraak van de kerkvergadering als een signaal „dat het ondenkbaar is dat er nog een weg terug is. We spreken onvoorwaardelijk uit dat we met elkaar verder willen.” De indieners willen „iets markeren, niet forceren”, aldus ds. Mudde. „De datum van 31 oktober 2016, vijftig jaar na het verschijnen van de Open Brief, zien we als het moment van verloving. De trouwdatum komt nog.”
De zogeheten ”staat van hereniging” betekent volgens de indieners niet, dat er geen ruimte is voor plaatselijke verschillen of dat GKV- en NGK-gemeenten gedwongen worden samen te gaan. „Op landelijk niveau willen we herenigen”, aldus ds. Mudde.
De regio Nunspeet stemde als enige tegen het voorstel van Amsterdam-Alkmaar. Ouderling F. Bouma (Dronten) stelde dat er „nogal wat verschillen” zijn tussen de gemeenten in deze regio. Bovendien noemt hij de aanduiding ”staat van hereniging” „te massief en voor meerdere uitleg vatbaar.” Hij pleitte voor stimulering van plaatselijke samenwerking, waardoor uiteindelijk op landelijk niveau toenadering mogelijk is.
Ds. R. Venderbos (Kampen) onderstreepte dat op plaatselijk niveau „muren die waren opgetrokken tussen GKV en NGK heel snel worden afgebroken. Soms sta je erbij en denk je: wat gebeurt hier, dit is het werk van de Heer.” Eenzelfde geest signaleerde hij bij de gesprekken over de toekomst van de predikantenopleiding.
A. A. van Dijk (Oegstgeest) stelde dat „de tijd rijp is voor flinke stappen, in de eerste plaats op plaatselijk niveau. Ook landelijk en regionaal is een versnelling gewenst.” Hij noemde drie aandachtspunten: Werken aan eenheid mag niet voorwaardelijk zijn. Ook als de synode van de GKV geen ruimte zou bieden aan vrouwelijke ambtsdragers, moet dat volgens hem geen verhindering zijn voor eenheid. Daarnaast vroeg hij aandacht voor het zoeken van eenheid „met álle vrijgemaakte broeders en zusters, niet alleen met degenen die hetzelfde denken als wij.” Tenslotte vroeg hij aandacht voor de afstemming van kerkelijke regelingen tussen NGK en GKV.
De tweede voorzitter van de landelijke vergadering, A. P. de Boer (Nijkerk), stelde dat de verhoudingen tussen NGK en GKV vanuit een winters klimaat in de lente zijn beland. Hij bepleitte een verdere doordenking van hoe de kerkelijke eenheid tussen GKV en NGK vorm kan krijgen. „De kou is verdwenen. Je weet een ding zeker: na de lente komt de zomer. Het kan nog wel eens tegenvallen, nachtvorst dreigt. Maar we ervaren de beweging op het plaatselijke vlak als een beweging van Gods Geest. We vertrouwen dat wat Hij begint, Hij zal voleindigen.”
De vergadering besprak ook een rapport over kerkelijke eenheid van de commissie voor contact en samensprekingen met andere kerken. Commissievoorzitter ds. P. G. Sinia (Ede) stelde dat de gesprekken met de GKV en de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) in verschillende fasen verkeren. „In de gesprekken met de CGK moeten nog diverse hordes genomen worden. Maar richting de GKV zijn, als de GKV-synode beslist conform de voorstellen van hun deputaten kerkelijke eenheid, de grootste hordes misschien al wel genomen. Sommigen zien zelfs de finish al.”
Ds. Sinia zei in reactie op een afgevaardigde die vreesde voor teveel centraal geleide eenheid tussen GKV en NGK, juist de indruk te hebben dat de landelijke kerk achter de plaatselijke gemeenten aankomt. „Er zijn wel degelijk nog principiële punten waarover we moeten spreken met de GKV, maar het is heel Nederlands-gereformeerd om te zeggen: de onderwerpen waarover we het nog moeten hebben, hoeven niet kerkscheidend te zijn.”
Tijdens de ochtendvergadering van de LV voerden twee woordvoerders van andere kerken het woord: ds. H. J. Messelink namens de deputaten kerkelijke eenheid van de GKV en ds. W. van ’t Spijker namens de CGK. Ds. Messelink stelde dat wederzijds vertrouwen tussen GKV en NGK kan groeien. „In afgelopen jaren hebben we als deputaten geconcludeerd dat we elkaar als deputaten van GKV en NGK volkomen kunnen vertrouwen. We hopen dat de kerken volgen.”
De GKV-deputaten stellen hun synode voor om over te gaan tot officiële samensprekingen met de NGK „met het oog op eenheid.” Ds. Messelink: „Vergis u niet, dat is voor ons een belangrijke stap.” Wat de GKV-deputaat betreft is wat hereniging betreft „een jaartal in zeer nabije toekomst niet onrealistisch. Wat zou het mooi zijn als onze wegen na 50 jaar uiteen gegaan te zijn, weer naar elkaar toebuigen.”
Ds. Van ’t Spijker stelde dat in de CGK „oprecht verlangen naar kerkelijke eenheid is. We zijn ons er als CGK van bewust dat we zeer breed moeten kijken. Niet alleen naar NGK en GKV, maar ook Hersteld Hervormde Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland. Kortom: zo breed als de gereformeerde katholieke kerk breed is.”
Zie ook:
NGK zetten hereniging met GKV op de agenda (RD, 2 november 2013)
Op naar vereniging NGK en GKV in 2013 (RD, 29 april 2010)
Ds. G. van den Brink over hereniging NGK en GKV (RD, 14 november 2013)