„Wietteelt ondergraaft moraal”
De illegale wietteelt, waar miljarden in omgaan, ondergraaft de moraal in de Nederlandse samenleving. Dat zeggen een burgemeester die ten strijde trekt tegen de drugsmisdaad en een criminoloog. „Als je zwemt in het geld, kun je een hoop bereiken. Tot op politiek niveau toe.”
De politie heeft de slag verloren.” In een Utrechtse bovenzaal was VVD-coryfee Frits Bolkestein eind vorige maand klip-en-klaar: de politie weet zich geen raad met de tienduizenden illegale wietplantages in ons land. „De politie heeft niet de capaciteit om op te treden tegen massale wetsovertreding.” Samen met zo’n vijftig stadsbestuurders pleit Bolkestein voor regulering van de wietteelt. Op die manier is de aanvoer van cannabis bij coffeeshops (de achterdeur) niet meer in handen van criminele bendes. Nu is er in Nederland, stellen de stadsbestuurders in een recent manifest, een „omvangrijk crimineel schaduwcircuit” ontstaan. „Liquidaties, omkopingen en vermenging van boven- en onderwereld zijn het gevolg.”
Minister Opstelten (Justitie en Veiligheid) is echter mordicus tegen regulering van de wietteelt. Die biedt in zijn optiek geen oplossing voor veiligheidsproblemen in woonwijken en voor de aan softdrugs verbonden georganiseerde criminaliteit. Het merendeel van de in ons land geteelde wiet is volgens hem immers bestemd voor de export. Dus criminelen volharden in de teelt van het lucratieve plantje. Opstelten kiest voor (meer) repressie. Aanpakken die handel.
Bakken geld
Regulering of niet, een harde aanpak van de wietteelt is geboden. Zo veel is duidelijk voor burgemeester Noordanus (PvdA) van Tilburg, die zich ook aansloot bij het manifest. Hij is voorman van de taskforce Aanpak Georganiseerde Criminaliteit Zeeland-West-Brabant. Die club trekt ten strijde tegen de voortwoekerende hennepteelt.
Op zijn kamer in een stadskantoor in Tilburg tikt Noordanus op tafel. „In de hennepteelt gaan enorme bakken met geld om. We kunnen het ons niet permitteren dat deze tak van sport zo groot is. Er dreigen Italiaanse toestanden in ons land. Grenzen tussen boven- en onderwereld vervagen. Daarom is het zo belangrijk dat politie, justitie, maar ook bijvoorbeeld de Belastingdienst en energiebedrijven gezamenlijk de criminele wietteelt terugdringen. Slag voor slag. Dat vind ik nog belangrijker dan het reguleren van de achterdeur van de coffeeshop.”
Ronduit „alarmerend” is het recente rapport ”Integraal appel” (van onder meer het Regionaal Informatie en Expertise Centrum en Tilburg University) over de illegale hennepteelt in de regio Tilburg. Naar schatting brengt de softdrugsbusiness in die contreien jaarlijks zo’n 750 miljoen euro op. Ook zijn er circa zestig hennepbendes actief. De cijfers zijn onder meer gebaseerd op het verhaal van een spijtoptant uit het drugsmilieu. Die legde uitvoerige verklaringen bij de politie af. „Ik heb geen reden om aan de cijfers te twijfelen.”
Branden
Het lijdt voor de Tilburgse burgemeester geen twijfel dat een belangrijk deel van de geteelde drugs voor export is bedoeld. „Als de wiet alleen voor Tilburg bestemd zou zijn, zou de hele stad het hele jaar door stoned zijn.”
Branden in hennepplantages kunnen voor „bloedlinke” situaties zorgen. „Stroominstallaties die op de kwekerijen worden gebruikt, kunnen op z’n janboerenfluitjes in elkaar zijn gezet. Voor je het weet, vliegt de boel in de brand. Ik herinner me een brand bij een hennepplantage in een flat. Heel gevaarlijk. Er ontstond forse schade. Omwonende gezinnen waren gedupeerd.”
De wietteelt in Nederland „ondergraaft de moraal”, stelt Noordanus. „Mensen kunnen met een teelt op zolder in zes tot acht weken 15.000 tot 20.000 euro verdienen. Ze kunnen gaan denken: Waarom zou ik nog werken of een opleiding volgen? Waar blijft de drang om op reguliere manier je geld te verdienen?”
Zorgelijk is dat allerlei partijen in de reguliere economie profiteren van de wietteelt, zet Noordanus uiteen. „Zo zijn er soms makelaars die panden voor wietkwekers regelen. Elektriciens verdienen soms geld aan het gereedmaken van de stroomvoorziening voor een wietplantage. Denk ook aan leveranciers van lampen en van steenwol, dat gebruikt wordt bij de wietteelt.”
Zaak is om juist ook die sleutelfiguren aan te pakken, stelt de burgemeester. „We moeten ervoor zorgen dat voor hen de lol eraf gaat. We moeten duidelijk maken dat misdaad niet loont.”
Botersmokkelaars
Als het aan Noordanus ligt, wordt er paal en perk gesteld aan het aantal growshops, waar spullen voor wietteelt zijn te krijgen. „Ik sta behoorlijk argwanend tegenover deze vorm van detailhandel. Het zijn in het algemeen niet zomaar grappige winkeltjes. Pas hebben we in Tilburg nog zo’n growshop gesloten. Men hield zich in die winkel bezig met hennephandel.” In de Eerste Kamer ligt een wetsvoorstel dat voorbereidende handelingen voor hennepteelt strafbaar stelt. Daarmee kunnen growshops, maar ook verhuurders van loodsen, worden aangepakt.
Hoe verklaart Noordanus het feit dat vooral in het zuiden van het land hennepteelt welig tiert? „De grensstreek is vanouds het gebied van botersmokkelaars en bokkenrijders. Het is een anarchistisch gebied. Je kunt er makkelijker hennepteelt camoufleren dan op vierhoog in Amsterdam.”
Feit is dat georganiseerde hennepbendes zich vaak ook schuldig maken aan andere vormen van criminaliteit, weet de burgemeester. „Denk aan zaken zoals mensenhandel, productie van xtc, maar ook bijvoorbeeld mishandeling.”
Cruciaal is een „internationale aanpak” van de cannabisteelt, benadrukt Noordanus. „Landsgrenzen hebben voor criminelen steeds minder betekenis. Wij moeten bijvoorbeeld samenwerken met de Belgische autoriteiten.” Is de strijd tegen het groene goud niet dweilen met de kraan open? „Wat verkeerd is, moeten we aanpakken. In het belang van de rechtsstaat. Zelfs al hebben we de wind tegen.”
Broodjeszaken
Ook prof. dr. Toine Spapens, hoogleraar criminologie aan Tilburg University, wijst erop dat de georganiseerde wietteelt de moraal in de samenleving ondergraaft. „Mensen die eerlijk hun geld verdienen kunnen met afgunst kijken naar wiettelers die zes keer per jaar op vakantie gaan en in een grote auto rijden”, vertelt hij op zijn werkkamer in Tilburg.
Met wietteelt verdiend geld wordt geïnvesteerd in reguliere bedrijven, weet Spapens, een van de opstellers van het in 2007 gepresenteerde onderzoeksrapport ”De wereld achter de wietteelt”, gemaakt in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie. „Het geld dat met wietproductie is verdiend, wordt witgewassen in cafés, broodjeszaken, internetcasino’s, de oesterkweek. In Zeeland werd het geld geïnvesteerd in een schildersbedrijf. Die firma kon enorm onder de prijzen duiken, waardoor andere bedrijven failliet gingen.”
De „corrumperende invloed op de samenleving” van de wietteelt kan zich ook tot op politiek niveau uitstrekken, waarschuwt Spapens. „Als je zwemt in het geld, kun je een hoop bereiken. Ik weet, via een collega, van iemand die geld verdient met wietproductie en politieke invloed probeert te krijgen.”
In de wietbranche kan het gewelddadig toegaan, weet Spapens. „Zo’n 30 procent van het aantal moorden voltrekt zich in het criminele milieu. Ongeveer de helft van die 30 procent betreft moorden in de wietbranche. In de periode 2002-2007 telden we 25 liquidaties in de wereld van de georganiseerde wietteelt.”
Boodschappenlijstjes
Het overgrote deel van de in Nederland geproduceerde wiet vindt zijn weg naar het buitenland, daarvan is Spapens overtuigd.
„Nederland is in Noord-West-Europa uitgegroeid tot de marktplaats voor verdovende middelen. Dan gaat het niet alleen om wiet, maar ook om harddrugs zoals xtc, cocaïne en heroïne. We hebben aanwijzingen dat dealers uit bijvoorbeeld Duitse steden al tientallen jaren hier in Nederland hun contacten hebben. Ze leveren hun boodschappenlijstjes af. „Geef mij maar 1000 xtc-pillen, 50 gram heroïne, 1 kilo wiet.”
Dat Nederland populair is bij drugsinkopers houdt verband met het gedoogbeleid dat Nederland al tientallen jaren hanteert, voert de Tilburgse criminoloog aan. „Drugs zijn hier niet zo’n taboe als in andere landen. Nederlanders zijn tamelijk snel bereid zaken te doen. Je vindt hier redelijk makkelijk mensen die je in contact brengen met drugshandelaren. Als een buitenlander in een coffeeshop met een zak geld rammelt, kan er al snel iemand opstaan die hem op de schouders tikt en zegt: „We moeten even praten.” Waarmee ik niet wil zeggen dat elke coffeeshop vol zit met criminelen. Gunstig voor buitenlandse drugskopers is ook dat de kans om bij de Nederlandse grens te worden aangehouden bijna nul is.”
Willen de Nederlandse autoriteiten de criminele cannabisteelt werkelijk terugdringen, dan is het zaak om de wietexporteurs in de kraag te vatten, stelt Spapens. „Dat vergt klassiek recherchewerk.” Al maakt hij zich geen illusies. „De capaciteit van de politie is te gering om echt grote aantallen groeperingen aan te kunnen pakken.”
Vijandig
Toch is Spapens niet alleen maar somber bestemd. Hij bespeurt bij burgers meer bereidheid om –al dan niet anoniem– de politie te voorzien van informatie over wietkwekerijen in hun omgeving. „Mensen staan vijandiger ten opzichte van hennenplantages, is mijn indruk. Ze accepteren het minder als in een pand rare dingen gebeuren. Uit onderzoek weten we dat wietkwekers ook meer moeite moeten doen om hun activiteiten geheim te houden. Zo vertelde een betrapte wietkweker dat hij bij het bedrijfspandje waar hij cannabis kweekte een heftruck rondjes liet rijden en doosjes liet stapelen. Om zo de indruk te wekken bezig te zijn met legale activiteiten. Het is zaak dat een breed front van onder meer burgers, politie, Belastingdienst en gemeenten het leven van wiettelers zo zuur mogelijk maakt.”
Dit is het slotdeel van een tweeluik over wiet in Nederland.
„Wijs op risico’s cannabis”
Reguleer de aanvoer van wiet naar coffeeshops en wijs tegelijkertijd de bevolking op de risico’s van cannabisgebruik. Aldus CDA-burgemeester P. Cammaert van Roermond, een van de ongeveer vijftig stadsbestuurders die in een recent manifest pleiten voor regulering van de wietteelt.
Volksgezondheid is voor Cammaert een belangrijke reden om de wietteelt te willen reguleren. Zodat de autoriteiten zicht krijgen op de kwaliteit van de cannabis. „Nu kan wiet wordt aangeboden met een te hoge thc-waarde (thc is de werkzame stof in cannabis), er kan sprake zijn van onzuivere teelt waarbij gebruikgemaakt wordt van pesticiden.”
Het is belangrijk dat met regulering tegelijkertijd een antiverslavingsbeleid en ontmoedigingsbeleid wordt gevoerd, beklemtoont de Roermondse burgemeester. „Net als bij alcohol en tabak. Ik wil het gebruik van cannabis zeker niet aanbevelen. Het is voor mij niet zo dat regulering betekent dat je tegen cannabisconsumenten zegt: Ga je gang maar.”
De huidige strijd tegen de duizenden wietplantages in Nederland schiet tekort, vindt Cammaert. „Repressie werkt nu voor geen meter. Als de ene plantage is opgerold, verschijnt er ergens anders weer een andere. Zorg dat je met regulering greep krijgt op het productieproces.” Als de cannabisteelt eenmaal is gereguleerd, is het zaak om de „resterende” illegale plantages „keihard aan te pakken”, stelt Cammaert.
Je zou ervoor kunnen kiezen coffeeshops te sluiten, een geluid dat klinkt in Cammaerts eigen CDA. „Dat is niet reëel. Als een coffeeshop sluit, verschijnen er onmiddellijk jongens op scooters die op straat illegaal drugs verhandelen.”
Hennepplantages
Nederland telt naar schatting 30.000 illegale hennepkwekerijen.
De afgelopen vijf jaar zijn er ongeveer 25.000 plantages ontmanteld.
In 2013 zijn er 5294 hennepkwekerijen opgerold waarbij sprake was van energiediefstal. Dit aantal ligt 1,2 procent hoger dan in 2012.
Er wordt jaarlijks voor tientallen miljoenen euro’s stroom gestolen van energieleveranciers. Naar schatting stelen hennepkwekers in totaal voor 1 miljard kilowattuur, dat is evenveel energie als alle huishoudens in de stad Den Haag verbruiken.
Ongeveer een op de vier branden in de binnensteden houdt verbandt met hennepteelt.
Van de in Nederland geteelde wiet zou 80 procent worden geëxporteerd, volgens cijfers van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie). Niet iedereen is echter overtuigd van dat cijfer. Het zou een te hoog percentage zijn.
Nederland telt circa 450.000 cannabisgebruikers.
Bronnen onder meer Netbeheer Nederland en het burgemeestersmanifest waarin gepleit voor regulering van de wietteelt.