Van Baalen: Durf Oekraïne een tweede kans te geven
STRAATSBURG. Het akkoord met drie Europese ministers luidde het einde in van de Oekraïense president Janoekovitsj. Dat zei VVD-leider in het Europees Parlement, Hans van Baalen, dinsdagochtend na terugkomst uit Kiev.
Van Baalen was de afgelopen maand drie keer in Oekraïne. Hij komt al vijftien jaar bij zijn liberale vrienden in het land.
Donderdagavond trof hij een „sinistere sfeer” in Kiev. „Mensen waren bang. Die ochtend waren er nog mensen doodgeschoten. Iedereen was nerveus, bang voor wat zou kunnen komen.”
Zaterdag was hij er opnieuw. Toen hij bij de Verhovna Rada (de Oekraïense Tweede Kamer) kwam, merkte hij dat de zaak begon te schuiven. „Bondgenoten van Janoekovitsj begonnen over te lopen. Zodoende werd het mogelijk hem af te zetten.”
De overeenkomst met de drie Europese ministers van Buitenlandse Zaken in de nacht van donderdag op vrijdag luidde het einde voor Janoekovitsj in, meent de VVD’er. „Dat akkoord maakte duidelijk dat zijn zittingstermijn over een paar maanden voorbij zou zijn. Hij had geen volledige controle meer. Dat was voor veel mensen in zijn omgeving het signaal om hun steun in te trekken. Binnen korte tijd raakte hij zijn machtsbasis kwijt. Zelfs Poetin schijnt niet te hebben gereageerd toen hij Rusland binnen wilde gaan.”
Van Baalen –ook voorzitter van de Liberale Internationale– vond het een grote opluchting dat het parlement zaterdag doorpakte. „Daar was bijzondere moed voor nodig. Ik heb ook respect voor de waardigheid waarmee de overgang is verlopen. Het buitenhuis van Janoekovitsj is niet bestormd. Toen de politie in geen velden of wegen te bekennen was, regelde de ordedienst van de oppositie het verkeer. En de nieuwe procureur-generaal verzekerde me dat er geen bijltjesdag zou komen.”
De Russische premier Medvedev noemt het een bende met bivakmutsen en kalasjnikovs.
„Ik neem dat met een korrel zout. Rusland heeft zelf enorm bijgedragen aan de polarisatie in Oekraïne. Rusland realiseert zich ook dat het geen belang heeft bij een slechte relatie met Oekraïne.”
Eind 2004 bestond er ook optimisme. Terwijl de Oekraïense politiek sindsdien van crisis naar crisis is gestrompeld.
„Dat klopt. De Oranjerevolutie is als een nachtkaars uitgegaan. President Joesjtsjenko was een nette man, maar een zwakke leider. En Timosjenko heeft ook niet altijd handig opgetreden.
Toch maken deze verspeelde kansen me niet cynisch. Het is nooit te laat de steven te wenden. Als ik zie hoe verstandig het parlement is opgetreden, geeft me dat wel moed.”
In dat parlement geven ze elkaar ook regelmatig harde klappen. Kun je zo tegenstellingen overwinnen?
„Zo pessimistisch waren velen vroeger ook over Polen. Momenteel is dat een sterke democratie. Zo durf ik ook Oekraïne een tweede kans geven.”