RMU kijkt naar oudere werknemer
Oudere werknemers moeten gericht aandacht krijgen bij het vaststellen van het arbeidsvoorwaardenbeleid. Dat stelt vakorganisatie Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) in de vanmiddag in Den Haag gepresenteerde nota ”Een verantwoorde balans”.
De RMU zegt een evenwicht na te streven tussen aan de ene kant het eerbiedigen van verworven rechten en aan de andere kant het feit dat werknemers op leeftijd zichzelf uit de markt dreigen te prijzen. Dat evenwicht zou bereikt kunnen worden door meer mogelijkheden te scheppen om hun een andere functie te geven. De vakorganisatie pleit voor veel individuele aandacht en investeringen om de inzetbaarheid van deze groep te vergroten.
Verder zoekt de RMU in de arbeidsvoorwaardennota 2004 een oplossing van de problematiek rond oudere werknemers in aanpassingen in het pensioenstelsel. Het afschaffen van royale uittredingsmogelijkheden, op jongere leeftijd beginnen met de pensioenopbouw en het invoeren van de middelloonregeling (die het pensioen relateert aan het gemiddeld verdiende salaris in plaats van het eindloon) zijn mogelijke maatregelen.
„Leeftijdsbewust personeelsbeleid is van groot belang. Dit kan betekenen dat er in veel bedrijven en instellingen een cultuuromslag moet plaatsvinden”, meldt de nota. Volgens arbeidsvoorwaardencoördinator Chr. Baggerman is de aandacht voor de oudere werknemer een onontkoombaar gegeven. „Als de vergrijzing over een paar jaar in volle omvang zichtbaar is, zullen we met zijn allen langer moeten werken. Op termijn kan ook de pensioenleeftijd omhoog. Vijfenzestig is geen heilig jaar.”
De RMU onderschrijft de inzet van het kabinet op innovatiebeleid. „Aandachtspunt is echter wel dat eenzijdige aandacht voor arbeidsproductiviteit negatieve gevolgen kan hebben voor het welzijn van medewerkers.” De RMU vindt dat er meer samenwerking moet komen tussen het hoger onderwijs en het bedrijfsleven. In dienst nemen van hoger opgeleide arbeidskrachten kan het innovatief vermogen van het midden- en kleinbedrijf stimuleren, meent de organisatie.
Volgens de nota brengt concurrentie innovatieprikkels teweeg, maar zou te veel concurrentie er juist toe leiden dat ondernemers minder aandacht besteden aan vernieuwingen. Dat risico is naar inschatting van de RMU het grootst in het midden- en kleinbedrijf. De organisatie ziet hier „ruimte voor overheidsbeleid” om „marktfalen” tegen te gaan.
Een stuk gereserveerder staat de RMU tegenover de plannen van het kabinet om de WAO ingrijpend te wijzigen. De eerste negen maanden van dit jaar is de instroom in de arbeidsongeschiktheidswet met 27 procent afgenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. „Juist nu eerdere maatregelen zoals de Wet verbetering poortwachter vruchten beginnen af te werpen, is er rust nodig. Ook in het huidige stelsel kan er voor worden gezorgd dat uitsluitend diegenen die het echt nodig hebben een WAO-uitkering krijgen”, stelt de nota.
Baggerman: „Ik raak er steeds meer van overtuigd dat de geweldige instroom in de WAO achter de rug is. Ik zou willen zeggen: Geef wetgeving die werkt eens een paar jaar de kans. Want als één ding zeker is, dan is het dat die wetgeving wérkt.”
De arbeidsvoorwaardencoördinator is er minder van overtuigd dat de kabinetsplannen met betrekking tot verlofsparen zullen slagen. „Dit wordt een aangelegenheid voor de elite. Welke modale werknemer kan nu 12 procent van zijn salaris opzij zetten om deel te nemen aan levensloopregelingen? Bovendien kan het mkb er niets mee. Er ontstaan onwerkbare situaties als mensen langdurig verlof gaan opnemen en ook nog eens aanspraak maken op hun baan als ze weer terugkomen.”
Ook hier spreekt de nota een voorkeur uit voor een gedegen evaluatie van bestaande verlofregelingen, in plaats van „weer over verdere uitbreiding” te spreken. De RMU wijst ontwikkelingen af die de zorgarbeid in het gezin en vrijwilligerswerk onder (financiële) druk zetten.