Steeds meer Syriëgangers terug in Nederland
DEN HAAG (ANP). Het aantal Syriëgangers dat terugkeert naar Nederland, is toegenomen. Ruim 20 personen met of zonder strijdervaring zijn weer in Nederland. De overheid richt zich daarom op het indammen van de bedreiging die zij in ons land vormen en het voorkomen van nieuwe aanwas jihadgangers van Nederland naar Syrië.
Dit blijkt uit het nieuwe dreigingsbeeld voor terrorisme dat minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het dreigingsniveau in Nederland blijft ‘substantieel’. Dit is het een na hoogste dreigingsniveau en betekent dat de kans op een aanslag in Nederland reëel is.
„De dreiging die uitgaat van Nederlanders die aansluiting zoeken en vinden bij al-Qaeda verwante strijdgroepen in Syrië en van personen die terugkeren, is onverminderd groot”, concludeert de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Dick Schoof. Het gaat inmiddels om ruim honderd Nederlanders die naar Syrië zijn vertrokken. Van hen zijn er ruim zeventig nog steeds in Syrië, stelt hij vast.
De interventies en aanpak van Syriëgangers worden „onverkort voortgezet”, laat Opstelten weten. Inmiddels zijn van elf potentiële jihadstrijders hun paspoorten vervallen verklaard. Dat mag bij vermoedens dat iemand in het buitenland iets wil gaan doen dat een bedreiging voor Nederland kan vormen, zoals zich aansluiten bij al-Qaeda. Bij andere mogelijke strijders is deze procedure nog in behandeling.
Er lopen verschillende strafrechtelijke onderzoeken, waaronder naar mogelijk ronselaars van strijders. Inmiddels is van enkele minderjarigen hun reis naar Syrië belet. Zij zijn onder toezicht gesteld en/of opgesloten in jeugdinrichtingen, blijkt uit de informatie van Schoof.
Zeker tien jihadgangers uit Nederland zijn in Syrië gedood, werd al eerder bekend.
Naast de dreiging van Syriëgangers, heeft de NCTV ook zorgen over openlijke jihadistische manifestaties in Nederland. Dit gebeurt zowel op internet, als op straat. Dit werkt volgens Schoof opruiend en kan leiden tot het „legitimeren van geweld tegen Westerse doelwitten”. Ook signaleert hij dat moslimgeestelijken en -prominenten die zich in Nederland tegen de jihadgang en de gewelddadige boodschap van al-Qaeda uitspreken, worden geïntimideerd.