Balkenende nog niet af van ‘toezegging’
Heeft premier Balkenende wel of niet toegezegd dat hij kwetsbare groepen zal compenseren voor uitschietende koopkrachtverliezen? Zelf beweert hij van niet, maar de voltallige oppositie in de Tweede Kamer hangt een andere exegese aan.
„We zijn een beetje voor de gek gehouden”, zo beoordeelt PvdA-kamerlid Noorman-den Uyl het kabinetsoptreden in de kwestie van de koopkrachtcijfers. Op Prinsjesdag heette het dat iedereen moest inleveren, maar dat de schade in nagenoeg alle gevallen beperkt zou blijven tot maximaal 1 procent. Begin december kwam minister De Geus (Sociale Zaken) met nauwkeuriger cijfers, waaruit bleek dat zo’n 63.000 chronisch zieken, gehandicapten en andere minima meer inleveren, in incidentele gevallen zelfs tot 8 procent.
Niet alleen PvdA’ers, maar ook politici van andere oppositiepartijen spreken het vermoeden uit dat het kabinet die nieuwste cijfers allang kende, maar ze lange tijd voor zich hield, omdat ze bij de verdediging van het bezuinigingsbeleid niet goed van pas kwamen. Een zwaar verwijt, want een kabinet dat de Kamer misleidt, pleegt volgens de mores aan het Binnenhof het zwaarst denkbare vergrijp. De suggestie is in dit geval dat de minister-president tijdens de algemene beschouwingen tegen beter weten in mooi weer heeft gespeeld.
PvdA-leider Bos eiste vorige week na het bekend worden van de specifieke koopkrachtcijfers een brief waarin premier Balkenende zich zou verantwoorden voor zijn toezegging aan de Eerste Kamer dat koopkrachtverliezen van meer dan 1 procent voor kwetsbare groepen zouden worden gecompenseerd. Balkenende ontkende zo’n toezegging te hebben gedaan, maar politici van LPF, SP, GroenLinks en zelfs ChristenUnie en SGP vielen Bos in meerdere of mindere mate bij.
„Balkenende bagatelliseert wat hij heeft toegezegd”, reageerde PvdA-kamerlid Noorman op de brief van de premier. „Hij komt terug op zijn woorden en laat de mensen die het echt nodig hebben in de steek”, aldus haar GroenLinks-collega Van Gent. SGP-leider Van der Vlies: „De woorden van de premier hadden destijds wel de uitstraling: als zo’n koopkrachtverlies van meer dan 1 procent zich voordoet, dan gaan we er dus iets aan doen.”
Kennelijk trof bij minister De Geus, die de verdediging van Balkenende op zich nam, echter vooral de scherpe toonzetting van ChristenUnie-leider Rouvoet doel. Waar De Geus PvdA-voorman Bos nog enigszins minzaam opriep om „geen woordspelletjes” te spelen, betichtte hij Rouvoet ronduit van leugens. Want het uit zijn verband rukken van citaten van de minister-president uit een zorgvuldig geformuleerde context, is in wezen een leugen, aldus de bewindsman.
Rouvoet reageerde als door een slang gebeten. Hij is niet gewend voor leugenaar te worden versleten, zeker niet door een minister die nota bene lid is van hetzelfde christelijke gereformeerde kerkverband als hijzelf. Over de exegese van de woorden van de premier kunnen zij van mening verschillen, maar dat maakt een van beiden nog niet tot een leugenaar. Die woorden diende De Geus stante pede terug te nemen.
Dat deed De Geus, maar afgelopen zaterdag sprak hij dezelfde beschuldiging gewoon opnieuw uit. Ditmaal in een interview voor de radio. Opnieuw kon Rouvoet het niet over zijn kant laten gaan, al was het alleen maar omdat de minister hem hier als lid van de Kamer schoffeerde. Via ANP en Teletekst trok hij aan de bel. Pas dinsdag, nadat De Geus telefonisch zijn excuses aanbood, kon de kwestie worden bijgelegd.
Het toont aan hoe gevoelig het geschil over de woorden van Balkenende ligt. Wie het 73 pagina’s tellende stenografisch verslag van de algemene beschouwingen in de Eerste Kamer doorneemt, kan begrijpen waarom de zaak zo moeilijk ligt. Enerzijds heeft De Geus gelijk als hij erop wijst dat Balkenende bij herhaling heeft gesteld dat het kabinet voor niemand een koopkrachtgarantie kan geven. Een harde, duidelijk citeerbare toezegging voor eventuele compensatie valt ook niet te ontdekken.
Anderzijds heeft Balkenende het wel over „marges” die „bepaald” zijn op 0 procent en -1 procent. Over „speciale faciliteiten voor bepaalde groepen” omdat dat „de zwaksten” zijn. Over de overheid als „het schild der zwakken”, zoals „mensen die langdurig in de bijstand zitten en chronisch zieken.” En als SP-senator Kox uit de brij van woorden een „toezegging” meent te kunnen destilleren, zegt Balkenende dat hij „de laatste” zal zijn om dat tegen te spreken.
Het is dus niet geheel verwonderlijk dat de Tweede Kamer op dit punt nog niet klaar is met de premier. Dinsdag vroeg de voltallige oppositie onder aanvoering van SP-leider Marijnissen om een debat met hem. De coalitie hield dat voorlopig tegen, omdat deze week eerst nog met drie andere bewindslieden wordt gesproken over de beperkte koopkrachtreparatie die zij voorstellen. Maar volgende week komt de vraag met dezelfde kracht terug, zo heeft de oppositie al beloofd.
Dat ChristenUnie en SGP die lijn steunen, toont aan hoe zwaar ook zij aan deze kwestie tillen. Beide partijen hebben geen traditie van eindeloos doordrammen. Binnen beide partijen zijn overigens ook al stemmen opgegaan om het er na de debatten met minister De Geus maar bij te laten. Maar kennelijk tillen de leiders Rouvoet en Van der Vlies er zo zwaar aan, dat zij zich er stevig in hebben vastgebeten. Volgende week moet blijken hoeveel schade dat premier Balkenende zal berokkenen.