De 64-jarige Padoan heeft er al een rijke internationale carrière opzitten. Sinds 2009 is hij de hoofdeconoom van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Daarvoor was hij de Italiaanse bewindvoerder bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en was hij de belangrijkste economische adviseur van diverse Italiaanse premiers. Namens de OESO nam hij de afgelopen jaren ook deel aan de vergaderingen van de G20, het samenwerkingsverband van ’s werelds belangrijkste economieën.

Italië stond de afgelopen jaren onder zware druk vanuit Europa om zijn begrotingstekort te verkleinen en de economie te hervormen. Na 2 jaar van onafgebroken krimp liet de Italiaanse economie vorig kwartaal een minieme groei zien, maar de vooruitzichten zijn nog altijd niet florrissant. Italië presteerde ook voor de crisis al slechter dan de andere grote euro-economieën en heeft nog een lange weg te gaan om zijn groeipotentieel te verbeteren.

Padoan heeft in eigen land de handicap geen doorgewinterde politicus te zijn, maar hij kent in Brussel wel goed de weg. De afgelopen jaren stak hij zijn weerzin tegen een al strikte interpretatie van de Europese boekhoudregels niet onder stoelen of banken.

Padoan was vanaf het begin kritisch over de aanpak van de Europese schuldencrisis, waarbij de probleemlanden werden gedwongen tot rigoureuze bezuinigingen. Afgelopen jaar nog stelde hij dat uitgaven die landen doen om de werkgelegenheid te stimuleren niet moeten worden meegerekend bij de bepaling van het overheidstekort.

Zijn pleidooi voor soepelere begrotingsregels wordt gesteund door Renzi, die net als Padoan wil zorgen dat arbeid goedkoper wordt in Italië. Beide willen ook zorgen dat werknemers betere opleidingsmogelijkheden krijgen.

De Italiaanse economie kromp vorig jaar met bijna 2 procent en gaat dit jaar naar verwachting met 0,7 procent vooruit. Het land heeft een staatsschuld van circa 133 procent van het bruto binnenlands product (bbp), terwijl de werkloosheid is opgelopen tot bijna 13 procent van de beroepsbevolking. De jeugdwerkloosheid is hoger dan 40 procent.