Ministers tegen dwang bij observatie
De ministers Borst (Volksgezondheid) en Korthals (Justitie) blijven erop tegen dat mensen die verkommeren en verloederen en alle hulp mijden, gedwongen kunnen worden opgenomen om hen te observeren.
De VVD en de PvdA, samen een meerderheid in de Tweede Kamer, willen de mogelijkheid tot gedwongen observatie in de wet opnemen.
In een brief aan de Tweede Kamer raden de twee bewindslieden het voorstel tot wetswijziging van VVD en PvdA af. Zij zijn bang dat het een averechts effect heeft en dat het mensen die toch al geen zorg willen, doet volharden in het afwijzen van hulp. Ook vinden de bewindslieden het onduidelijk voor welke groepen mensen die mogelijkheid tot gedwongen observatie dan zou kunnen gelden.
Volgens het voorstel van PvdA en VVD zouden „zorgwekkende zorgmijders” maximaal drie weken ter observatie kunnen worden opgenomen na een vordering van de officier van justitie bij de rechter. In die tijd kunnen artsen dan vaststellen of de zorgmijders een psychiatrische aandoening hebben of niet. Daarna kan zo nodig makkelijker een behandeling volgen.
In hun brief wijzen de bewindslieden erop dat het gaat om mensen van wie nog niet vaststaat dat zij lijden aan een geestesstoornis en van wie ook nog niet vaststaat dat zij daardoor een gevaar vormen voor zichzelf.
Het voorstel is al diverse malen aan de orde geweest tijdens de behandeling van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Morgen debatteert de Kamer opnieuw over de wet.
Korthals en Borst vragen zich ook af of een dergelijk voorstel wel door een amendement op de BOPZ kan worden geregeld. Zij denken dat het meer voor de hand ligt dit via een initiatiefwetsvoorstel te doen.
Dat zou ook een minder zware hypotheek leggen op de behandeling van de BOPZ in de Eerste Kamer, waar VVD en PvdA geen meerderheid hebben. Borst had al eerder aangegeven in de Eerste Kamer problemen te voorzien als het amendement wordt aangenomen.