Slechts 48 procent van de ondervraagden noemt het een goede zaak dat zijn land lid van de Unie is. Dat is een afname van maar liefst 6 procentpunt in een half jaar tijd. Het is voor het eerst sinds zes jaar dat minder dan de helft van de bevolking blij is met het lidmaatschap. Regelrechte tegenstanders zijn er overigens niet veel (15 procent). De meesten weten het niet.

Vooral in Nederland is de populariteit van de Unie sterk afgenomen. Nederlanders zijn van oudsher voorstander van het lidmaatschap en zijn dat in meerderheid nog steeds, maar in de jongste enquête is nog maar 62 procent voor de EU gewonnen. Dat is een afname met 11 procentpunt.

De enquête is afgenomen in oktober en de eerste dagen van november. Dat was de periode waarin gesteggeld werd over het stabiliteitspact, maar nog voor het definitieve besluit viel om het pact aan de kant te schuiven.

De euroscepsis duikt ook op bij andere vragen. Op de vraag ’Heeft uw land baat gehad bij de EU’ antwoordt nog maar 46 procent ja (was: 50). Het nee–kamp rukt op en staat op 34 procent. Op vrijwel alle vragen antwoordden de Britten het sterkst anti–Europa. Ook de Zweden, Finnen en Oostenrijkers zijn sceptisch.

De tanende populariteit van de Unie komt op een slecht moment. Komend weekend hopen de Europese leiders hun onderhandelingen over een Europese grondwet af te ronden. In een aantal landen, waaronder waarschijnlijk Nederland, mag vervolgens de bevolking zich per referendum over het resultaat uitspreken.