Het hof achtte in 2012 bewezen dat verdachte Erik E. met voorbedachten rade zijn vrouw 70 keer met een schroevendraaier had gestoken. De man werd daarvoor tot 18 jaar cel veroordeeld, maar zijn raadsman betoogde met succes dat moord niet kon worden bewezen. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moet de zaak opnieuw behandelen. Tot die tijd blijft de verdachte in hechtenis.

Kathleen Cremers, moeder van twee jonge kinderen, werd op 15 maart 2006 in haar woning in Venray zeer gewelddadig om het leven gebracht. Haar ontkennende echtgenoot werd aanvankelijk door de rechtbank in Roermond tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld. In hoger beroep werd hij echter door het gerechtshof in Den Bosch vrijgesproken. De verdachte kwam toen ook op vrije voeten.

De Hoge Raad vernietigde die vrijspraak en verwees de zaak terug naar het hof in Arnhem, dat in oktober 2011 moord bewezen achtte en 18 jaar gevangenisstraf oplegde.

De Hoge Raad motiveert de vernietiging van dat vonnis dinsdag onder verwijzing naar de aangescherpte regels voor het vaststellen van moord met voorbedachte rade. Die aanscherping houdt verband met de verhoging van de maximumstraf naar 30 jaar.

Volgens het hoogste rechtscollege is het onvoldoende om alleen vast te stellen of de dader voldoende tijd heeft gehad om zich te beraden op de vraag of hij het slachtoffer van het leven wilde beroven. Ook moet volgens de Hoge Raad nauwkeurig worden gemotiveerd in hoeverre plotselinge en aanhoudende drift van invloed is geweest op het delict. Het gerechtshof sloot in zijn uitspraak namelijk niet uit dat de verdachte handelde in grote opwinding.

De raadsman van verdachte E., Guus Lina, zegt blij te zijn met de vernietiging van het vonnis. Hij zegt steeds te hebben bepleit dat zijn cliënt in grote drift handelde.