Economie

Van welvaartsstaat naar welzijnsstaat

Velen hebben de laatste tijd geschreven over al die banen die verdwijnen als gevolg van technologische vooruitgang. Wat mij betreft is dat niet het interessantste punt. Immers, het verdwijnen van banen is van alle tijden. Interessanter is hoe we de extra welvaart gaan verdelen die automatisering ons oplevert.

Hans Stegeman
14 February 2014 20:29Gewijzigd op 15 November 2020 08:51
beeld ANP
beeld ANP

Voor een scala aan beroepen bestaat de kans dat ze verdwijnen. Dat idee spreekt tot de verbeelding en maakt sommigen bang. Zolang je niet weet wat je gaat doen, word je niet vrolijk. Terwijl dat uit economisch oogpunt wel zou moeten: we creëren straks meer welvaart en daarvoor hoeven we minder moeite te doen.

Dat banen verdwijnen, is van alle tijden. Maar nu het plotseling snel lijkt te gaan, roept dat fundamentele vragen op. De econoom Keynes hield zich in 1930 al bezig met die vragen. Als ons welvaartsniveau zo hoog is en we bijna al het mensenwerk weg hebben geautomatiseerd, kunnen we ook minder werken met zijn allen. Keynes voorzag voor zijn kleinkinderen dan ook een werkdag van maximaal drie uur, en een leven waarbij ”het goede” boven ”het nuttige” ging.

Met wellicht dit in het achterhoofd roepen ook nu mensen dat we het beschikbare werk moeten herverdelen over de mensen die we hebben. Zodat er voor iedereen wat overblijft. Arbeidsduurverkorting, weet u nog? Maar dat is een kansloze exercitie. Zo betekent een kortere (verplichte) arbeidsduur per week altijd een restrictie van het arbeidsaanbod. En minder aanbod betekent dat arbeid duurder wordt, wat leidt tot minder welvaartscreatie. Ook zal er aan bepaalde vaardigheden juist meer behoefte ontstaan. Dan moet je het aanbod niet beperken. Maar de belangrijkste reden: we houden het razend druk. Onze maatschappij komt weer een stapje hoger in de behoeftepiramide. Van een agrarische samenleving zijn we overgestapt naar een industriële samenleving, om ons de afgelopen decennia steeds meer te richten op diensten. Als een deel van de werkgelegenheid in diensten ook verdwijnt, gaan wij ons meer bezighouden met waar we nog wel toegevoegde waarde hebben: voor elkaar zorgen, contact zoeken en aandacht geven. Investeren in ons welzijn in plaats van alleen onze materiële welvaart. Daarbij hoort ook een overheid die minder voor ons zorgt. Was dat niet waar de participatiemaatschappij om draait?

Prettig perspectief

Oké, we hoeven ons dus in de toekomst niet te vervelen. Een prettig perspectief. Dan blijft er nog een vraag over: hoe gaan we dan die welvaart verdelen, die vooral wordt gegenereerd door middel van kapitaal en waarvan de gemiddelde burger niet profiteert? We zien nu ook in veel landen het aandeel van het looninkomen afnemen. In de VS stijgt het mediane inkomen al decennialang niet. Ook op dit vlak kunnen we van de vorige industriële revolutie leren. In antwoord op sociale onrust, op Marx zo u wilt, is stapje voor stapje de welvaartsstaat opgebouwd. Tot voor kort een vrij succesvol concept om de welvaart te herverdelen.

Wellicht staan we nu ook weer voor zo’n keuze en moeten we de bakens van ons economische systeem geleidelijk verzetten. Als de toegevoegde waarde die wordt gecreëerd geen extra werkgelegenheid en dus geen extra looninkomen meer oplevert, is de arbeidsmarkt als verdelingsmechanisme uitgespeeld. Het moet dus anders. Ten eerste moeten we de winsten van degenen die de echte vruchten plukken van automatisering zwaarder belasten en de lonen van werkenden minder zwaar. Dat betekent hogere winstbelasting en/of vermogensbelasting. Dit kan alleen door internationale coördinatie, zoals we nu ook maar al te goed zien. Terzelfdertijd kan de belasting van arbeid naar consumptie worden verschoven. Daardoor wordt arbeid goedkoper, en het is nog goed voor het milieu ook.

Daarna moet die gecollectiviseerde welvaart opnieuw worden verdeeld. Dit kan door een basisinkomen of een negatieve inkomstenbelasting, zodat elk gewerkt uur meteen loont.

We zullen nooit zonder werk zitten en nooit in Luilekkerland wonen. Er zijn altijd weer andere nuttige dingen te doen. Het echte probleem bij technologische vooruitgang is hoe je de nieuwe welvaart verdeelt. En dat moet op tijd en goed geregeld worden. We moeten van een welvaartsstaat naar een welzijnsstaat.

De auteur is hoofd internationaal onderzoek bij Rabobank.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer