De Tweede Kamer bepleit al sinds 2011 dat besturen in het basis- en voortgezet onderwijs het recht krijgen om zelf te besluiten over nieuwbouw. Nu gaan gemeenten daarover. Dat leidt in de praktijk vaak tot veel discussie, omdat nieuwbouw van scholen een dure aangelegenheid is en gemeenten een beperkt budget hebben. Dekker beloofde woensdag in de Kamer dat hij een onderzoek laat instellen naar de voor- en nadelen.

De bewindsman ziet zelf wel een aantal bezwaren. Het vraagt zich af of kleine schoolbesturen de verantwoordelijkheid wel kunnen dragen en voldoende kennis in huis hebben om nieuwbouw te kunnen begeleiden.

Dekker wil de overdracht in ieder geval niet verplichten. Maar dat levert wel een probleem op. De consequentie kan zijn dat gemeenten met oude schoolgebouwen blijven zitten. Schoolbesturen met oude panden zullen namelijk minder bereid zijn om de verantwoordelijkheid voor nieuwbouw op zich te nemen.

Overigens zijn er al enkele gemeenten die op vrijwillige basis al het geld voor nieuwbouw en onder­houd overhevelen naar scholen.

De staatssecretaris deed zijn toezegging woensdag tijdens een debat over de overheveling van buitenonderhoud aan basisscholen van gemeenten naar schoolbesturen. Op dit moment zijn schoolbesturen verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnenzijde, en gemeenten voor de buitenzijde. Besturen in het voortgezet onderwijs zijn al langer verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnen- en de buitenzijde.

De Kamer gaat akkoord met de overheveling, en zou eigenlijk het liefst zien dat schoolbesturen ook verantwoordelijk zouden worden voor de renovatie van hun gebouwen. Dekker wil dat niet. Hij gaat richtlijnen opstellen voor de manier waarop besturen en gemeenten tot overeenstemming kunnen komen als er renovatie nodig is.