Dat blijkt uit onderzoek onder 524 mannen en vrouwen naar de denkbeelden over zwangerschapstesten in opdracht van het tijdschrift Beter. Van de vrouwen onderschrijft 60 procent bovendien de stelling dat het een slechte zaak is dat we steeds meer in termen van geld denken en niet meer naar de mens en het leven zelf kijken.

De stelling dat Nederlanders steeds meer in termen van geld gaan denken, wordt onderschreven door 60 procent van de vrouwen. Bij mannen blijft dit percentage steken op 40. Mocht prenatale diagnostiek aantonen dat de baby een erfelijke aandoening heeft, dan is ruim 25 procent van de mannen voor afbreking van de zwangerschap, tegen nog geen 20 procent van de vrouwen.

Vrouwen vinden daarentegen vaker dan mannen dat ze wel het recht hebben dat te doen. De stelling ”Ouders moeten het recht hebben om de zwangerschap af te breken als ze denken dat ze het leven met een gehandicapt kind niet aan kunnen”, wordt door 52 procent van alle vrouwen onderschreven, tegen 45 procent van de mannen. Van de vrouwen vindt 6 procent dat ouders dat recht ook hebben bij een kleinere beperking als een hazenlip.

Het kabinet besloot onlangs zwangerschapstesten niet aan alle zwangere vrouwen aan te bieden maar vast te houden aan de leeftijdsgrens van 35 jaar. Van de onderzoeksgroep is 60 procent het hier niet mee eens en pleit voor het schrappen van de leeftijdsgrens.

Tijdens de zwangerschap kan ook onderzocht worden of een kind een erfelijke aanleg heeft om op latere leeftijd borstkanker of de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen. „Bij dit onderzoek haken vrouwen massaal af”, aldus Beter. Nog geen derde deel van de vrouwen omschrijft dit als „een goede ontwikkeling” (mannen: 43 procent).