Gereformeerd Vuren stelt bezittingen veilig
De gereformeerde kerk van Vuren (gemeente Lingewaal) heeft, aan de vooravond van de mogelijke totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), haar bezittingen veilig gesteld.
In de huidige Gereformeerde Kerken (GKN) beslist de meerderheid van de kerkenraad, na de gemeente gehoord te hebben, over de bezittingen. Onder de nieuwe kerkorde verliest de kerkenraad deze bevoegdheid in geval van afscheiding. Uittreden met behoud van de bezittingen is mogelijk tot tien jaar na de totstandkoming van de PKN, daarna niet meer.
De Vurense kerkenraad heeft er bij de synode herhaaldelijk op aangedrongen de plaatselijke zelfstandigheid te garanderen, meldt zij in een persbericht. „De synode is op geen enkele wijze aan dit verzoek tegemoet gekomen.”
Daarnaast is er, aldus de kerkenraad, grote onzekerheid over de financiële verplichtingen in de nieuwe kerk. „Deze kunnen grote negatieve consequenties hebben voor de begroting en daarmee voor het functioneren van het kerkelijk leven.”
De kerkenraad „acht het besluit van fusie op dit moment dan ook niet wenselijk en heeft, gehoord hebbende de gemeente, haar bezittingen ondergebracht in de stichting ”De Morgenster”, Voor de overdracht van de bezittingen -waaronder het kerkgebouw en de pastorie- is een constructie bedacht, waarbij met toestemming van de Belastingdienst geen overdrachtsbelasting hoeft te worden betaald.” Het stichtingsbestuur zal uit vijf personen bestaan, waarvan vier kerkenraadsleden en één gemeentelid van buiten de kerkenraad. De giften aan deze stichting zijn fiscaal aftrekbaar.
Toen de hervormde synode in 1991 besloot dat uiterlijk per 1 januari 1996 alle gemeenten hun beheer moesten hebben aangepast aan de regels uit de Kerkorde van 1951, bracht een aantal vrijbeheergemeenten de goederen van de gemeente uit voorzorg onder in een stichting. Op deze manier wilden deze gemeenten hun bezittingen onttrekken aan de invloed van de landelijke kerk.