Kabinet door met nieuwe zorgwet
DEN HAAG. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) wordt als het aan het kabinet ligt op 1 januari 2015 van kracht. Verantwoordelijk staatssecretaris Van Rijn (VWS) ziet voldoende draagvlak om vast te houden aan deze eerder geplande invoeringsdatum. Dat bleek woensdag in een Kamerdebat.
De WMO hevelt een aantal zorgtaken die nu nog worden gefinancierd uit de AWBZ over naar gemeenten, zoals dagbesteding en begeleiding. De overheveling gaat met flinke kortingen gepaard. Zo wordt er volgend jaar op de uitgaven aan begeleiding 25 procent bezuinigd, op de huishoudelijke hulp 40 procent.
Medio januari noemde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de nieuwe WMO voor gemeenten „onuitvoerbaar.” De overheveling van de persoonlijke verzorging uit de AWBZ speelde daarbij een belangrijke rol. Volgens het coalitieakkoord zou ook deze zorg de taak van gemeenten worden. Na overleg met het veld schoof Van Rijn de persoonlijke verzorging echter door naar de zorgverzekeraars, die vanaf 2015 ook voor de persoonlijke verpleging verantwoordelijk zijn.
Over het overhevelen van persoonlijke verzorging naar verzekeraars zijn gemeenten nog steeds verbolgen. Zij vrezen straks onnodig veel tijd kwijt te zijn om de zorg waarvoor zij verantwoordelijk zijn af te stemmen met die van de zorgverzekeraars. Omdat mensen hun bestaande rechten op dagbesteding en begeleiding pas gaandeweg 2015 verliezen, vrezen veel gemeenten bovendien voor hoge onvoorziene kosten in dit overgangsjaar.
Woensdag benadrukte Van Rijn dat hij na de alarmkreet van de VNG met nieuwe toezeggingen is gekomen, waardoor de meeste gemeenten weer vertrouwen hebben in het proces. Belangrijk is volgens hem dat thuiszorg, begeleiding, persoonlijke verzorging en persoonlijke verpleging straks zo efficiënt mogelijk kunnen worden georganiseerd. Een manier om dit te realiseren, is dat gemeenten en verzekeraars onderling afspraken maken over de inzet van de wijkverpleegkundige.
Van Rijn beloofde de bekostiging zo te regelen dat gemeenten straks zo weinig mogelijk in hun beleidsvrijheid worden beperkt.
Onvoorziene kosten in het overgangsjaar 2015 zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten én het Rijk, beloofde Van Rijn verder. „Ik zie een grote bereidheid om deze grote verandering met elkaar op te lossen. We doen dat nu al en dat stopt niet op 1 januari 2015.” Voor het maken van een vangnetregeling vindt Van Rijn het nog te vroeg.
Behalve door VVD en PvdA wordt zijn inzet om de nieuwe wet vanaf 1 januari in werking te laten treden ook gesteund door D66, ChristenUnie en SGP. D66 en de VVD spoorden Van Rijn wel aan gemeenten om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over hun budget voor 2015, liefst vóór de door Van Rijn beloofde datum van eind mei. Van D66 en de SGP moet Van Rijn verzekeraars duidelijk maken dat het geen pas geeft om een overleg over de taakafstemming met gemeenten te weigeren. „Gemeenten en wethouders zijn in het kader van deze wetgeving het bevoegd gezag”, aldus SGP-woordvoerder Van der Staaij.
