Al-Qaida-strijders gedood bij aanval op ziekenhuis Kandahar
Amerikaanse commando’s hebben maandag met granaten een einde gemaakt aan een negen uur durende belegering van zes al-Qaida-strijders in een ziekenhuis in de Afghaanse stad Kandahar.
De zes strijders, die zich twee maanden geleden verschansten in het Mir Wais-ziekenhuis, kwamen volgens Amerikaanse en Afghaanse bronnen tijdens de operatie om het leven.
Nadat pogingen van het ziekenhuispersoneel om de strijders uit te hongeren waren mislukt, besloten de Afghaanse autoriteiten de hulp van de Verenigde Staten in te roepen. In de nacht van zondag op maandag legden de gewonde strijders een ultimatum voor overgave naast zich neer. Voorts bestormden Amerikaanse commando’s, gesteund door gevechtshelikopters, het gebouw. De strijders openden daarop het vuur en gooiden handgranaten naar de Amerikanen, zei de Afghaanse commandant Najabullah. Na negen uur besloten de Amerikaanse commando’s een doorbraak te forceren en gooiden ze zo’n zestien granaten door de ramen van het gebouw om de laatste schutters onschadelijk te maken.
Op het moment van de aanval bevonden zich nog zes al-Qaida-strijders in het ziekenhuis. Het ging om gewonden die achterbleven toen de Taliban, de fundamentalistische heersers die al-Qaida-leider Osama bin Laden een veilige haven boden in Afghanistan, Kandahar in allerijl verlieten op de vlucht voor de oprukkende Noordelijke Alliantie. De gewonden verschansten zich in een vleugel van het gebouw en dwongen de medische staf van het ziekenhuis hen te verzorgen. Een poging van ziekenhuispersoneel om de strijders uit te hongeren mislukte. Blijkbaar hadden de gewonden een voorraad eten en drinken aangelegd.
Op 8 januari blies een al-Qaida-strijder zich bij het ziekenhuis met een granaat op na een mislukte ontsnappingspoging. In december nam de Noordelijke Alliantie twee strijders gevangen met een list, daarbij geholpen door een arts. De gevangenen, die zijn overgedragen aan de Amerikaanse strijdkrachten, waren Chinezen, waarschijnlijk militante Oejgoeren die vechten voor de onafhankelijkheid van hun islamitische provincie in het noordwesten van China.
De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR voorziet de terugkeer van circa een miljoen Afghaanse vluchtelingen naar hun land in maart en april. UNHCR-vertegenwoordiger Hasim Utkan heeft dit maandag gezegd in de Pakistaanse hoofdstad Islamabad. Om de opvang voor deze groep te kunnen regelen is het noodzakelijk de veiligheidsmaatregelen vooral buiten Kabul op te voeren, aldus de zegsman.
De Afghaanse interim-premier Hamid Karzai heeft eerder gezegd open te staan voor de inzet van militairen van de internationale troepenmacht buiten de Afghaanse hoofdstad Kabul. In bepaalde regio’s van Afghanistan is het nog altijd onrustig door onder meer onderlinge twisten tussen krijgsheren over de zeggenschap in het gebied. Hulpverleners worden momenteel gehinderd hun werk uit te voeren.
Ongeveer 35.000 Afghanen zijn in de eerste twee weken van januari uit vooral Pakistan en Iran teruggekeerd naar hun vaderland. In de afgelopen twee decennia van oorlog en droogte zijn naar schatting 5 miljoen Afghanen gevlucht; 4 miljoen zochten hun heil in de buurlanden Pakistan en Iran. De overigen raakten ontheemd in eigen land of ze vertrokken naar landen buiten de regio.