Door de praktijken zouden duizenden burgers dakloos zijn geworden in steden als Damascus en Hama. Volgens HRW lijkt het platgooien van huizen geen militair doel te hebben. „Het van de kaart vegen van complete buurten is geen rechtmatige tactiek in oorlogstijd”, stelde een onderzoeker van de mensenrechtenorganisatie. De getroffen buurten werden volgens HRW gezien als plaatsen waar de oppositie veel steun heeft.

Volgens de Syrische autoriteiten zou het platgooien van de gebouwen noodzakelijk zijn, omdat ze vaak zonder de juiste vergunning zijn neergezet. Ook zou in sommige gevallen sprake zijn van ruimtelijke ordening. Overigens zouden bewoners van vernietigde panden soms tegenspreken dat ze niet beschikten over de juiste bouwpapieren.

„Niemand moet zich voor de gek laten houden door de bewering van de overheid dat ze aan stadsontwikkeling doen terwijl een bloedig conflict bezig is”, waarschuwt de HRW-onderzoeker. „Dit is een collectieve straf van gemeenschappen die worden verdacht van het steunen van de rebellen.”