Muziek

Bariton Daniël Hermán Mostert wil met toewijding muziek maken

Hij is een laatbloeier. In zekere zin. Want Daniël Hermán Mostert deed als kind al „van alles met muziek.” Toch was hij de 25 gepasseerd voordat hij wist wat hij écht wilde: concertzanger worden. „Soms zou ik m’n gevoel willen uitschakelen, maar het lukt me gewoon niet.”

Evert van Dijkhuizen
29 January 2014 16:14Gewijzigd op 15 November 2020 08:31
Bariton Daniël Hermán Mostert. Beeld RD, Anton Dommerholt
Bariton Daniël Hermán Mostert. Beeld RD, Anton Dommerholt

Tja, zijn naam. Het streepje op Hermán, wat heeft dat te betekenen? De Hilversumse bariton lacht. „Ik krijg er vaak vragen over. Mensen denken dat mijn voornaam Daniël Hermán is, maar dat is niet zo. Mijn vader is een Hongaar uit Roemenië en heeft Hermán als achternaam. Mijn moeder is Nederlandse en heet Mostert. Mijn ouders wilden hun kinderen graag een dubbele achternaam meegeven. Ik ben ook tweetalig, Hongaars en Nederlands, opgegroeid.”

De 36-jarige zanger houdt van Roemenië, nog steeds, hoewel hij al sinds zijn zesde in Nederland woont. „Het land, de taal, de cultuur, de mensen: ik heb er een sterke band mee. Vooral door mijn familie die er woont. Binnenkort ga ik er weer naartoe, samen met mijn vrouw. Het is een poos geleden. Het kind van mijn zus in Roemenië wordt gedoopt. Daar willen we graag bij zijn.”

In 1983 vluchtte het gezin Hermán Mostert vanuit Roemenië naar Nederland. „Het was een moeilijke tijd. Ceaușescu hield het land in een ijzeren greep. Mijn vader is Hongaars gereformeerd predikant, inmiddels emeritus, en kreeg diverse keren ’s nachts bezoek van de geheime dienst. Of hij werd ontboden op het politiebureau. Onder andere door zijn huwelijk met mijn moeder had hij contacten in Nederland. Van vrienden kreeg hij het advies te emigreren, nu het nog kon. Hij heeft zijn belangrijkste spullen gepakt en is met vrouw en vijf kinderen in een Renault 12 naar Nederland gereden.”

Na het vwo in Zwolle ging Daniël Hermán Mostert terug naar zijn geboorteland om theologie te studeren aan een Duitstalig luthers instituut. „De opleiding was voor een deel praktisch. Ik moest ervaring opdoen in de kerk: als voorganger en als muzikant. Ik las preken, speelde en zong. Ja, ik heb veel muziek gemaakt in die tijd. Eigenlijk altijd al. Ook als kind. Ik heb les gehad in piano, althoorn, slagwerk en heb mezelf gitaar leren spelen. Spelen in de dienst deed ik graag: op een harmonium, orgel of keyboard, het maakte niet uit. En zingen natuurlijk. Bij de studie theologie hoorde ook het vak Gesangbuchkunde. Ik oefende liederen met de gemeente.”

Zenuwachtig

Na twee jaar stopte Hermán Mostert met de opleiding. „Muziek maken zat in m’n hoofd, dat merkte ik steeds meer. Ik werd zenuwachtig als ik lang stil moest zitten achter de boeken. Een klasgenote van de middelbare school studeerde muziektherapie aan het conservatorium in Enschede. Zij heeft mij enthousiast gemaakt. Ik ben die studie ook gaan doen.”

Het was de tijd dat Hermán Mostert veel zong: solo en in koren. „Ik ontdekte dat zingen eigenlijk mijn echte passie is. De studie muziektherapie was wel leuk. Tegelijk had ik het gevoel: ik ben nog niet waar ik wezen wil. Daarom heb ik nóg een studie gedaan: klassieke zang. Met als doel uitvoerend musicus, concertzanger te worden. Ik was inmiddels 26. Mijn studiebeurs was op. Ik moest zelf de opleiding betalen. Daarom bleef ik parttime werken als muziektherapeut in een verpleeghuis. Ik heb die combinatie zeven jaar volgehouden. In 2008 deed ik bachelorexamen, in 2010 masterexamen. Pas toen had ik het gevoel: Nu ben ik er. Nu kan ik zingend in mijn levensonderhoud voorzien.”

Droombaan

Hermán Mostert deed auditie bij het Groot Omroepkoor in Hilversum, dat uit professionele zangers bestaat, en werd aangenomen. „Ik ben eerst een poos remplaçant geweest, maar kreeg al snel, na de volgende auditie, een vaste aanstelling. Het is een droombaan. Ik heb er voor een halve week werk. Het niveau is top, het koor zingt de mooiste muziek en wordt uitsluitend geleid door dirigenten van wereldklasse. Zo hebben we in 2012 de ”Missa Solemnis” van Beethoven uitgevoerd in Londen onder leiding van Nikolaus Harnoncourt. Erg inspirerend.”

Op dit moment is het Groot Omroepkoor bezig met ”Harmonium” van John Adams. „Het is een eigentijdse compositie in de stijl van minimal music voor koor en orkest. We zingen het stuk volgende maand in het Concertgebouw. Jammer van de tijd, de energie en het geld dat zo’n stuk maar één keer wordt uitgevoerd. Eigenlijk zou het koor daar het land mee door moeten gaan.”

De wereld van professionele zangers is hard, zegt Hermán Mostert eerlijk. „Het lijkt soms een jungle. Er is onderling veel competitie. Iedereen wil de beste zijn. Dat moet ook. Anders word je niet meer gevraagd voor de leukste klussen. Ik probeer ook het beste uit mezelf te halen. Elke keer weer. Dat betekent: enorm veel studeren thuis. Uren per dag. Maar van die onderlinge competitie heb ik in de omgang met collega’s niet zo’n last.”

De resterende tijd is Hermán Mostert werkzaam als solozanger en als freelancer bij het Nederlands Kamerkoor. „Ook dat is een topkoor dat veel interessante projecten doet. Het laatste was afgelopen najaar: de ”Petite Messe Solennelle” van Rossini.”

De laatste jaren werkt Hermán Mostert geregeld samen met dirigent Patrick van der Linden, bekend in de reformatorische achterban. „Hij heeft me ooit een keer gevraagd als solist, ik dacht om in te vallen voor een zieke collega. Daarna zijn er vele uitnodigingen gevolgd, onder andere voor de Johannes Passion, de Matthäus Passion en de Hohe Messe van Bach. Ik zing graag bij Patrick. Hij hecht veel waarde aan de muzikale vertolking van de tekst. Dat spreekt mij aan. Ik leer veel van hem en vind het knap dat hij door zijn enthousiasme en deskundigheid zijn eigen koren en orkest weet te genereren.”

Nooit routine

Vorige week zong Hermán Mostert in Dordrecht ”Die Schöpfung” van Haydn onder leiding van Van der Linden. „Het was voor mij de eerste keer dat ik dit werk uitvoerde. Een geweldige ervaring. Het ene moment moest ik een recitatief zingen over de schepping van de landdieren, het andere moment een aria over de bulderende zee. Die wisseling van rol met de daarbijhorende wisseling van klankkleur en dramatiek vond ik een bijzondere uitdaging.”

Van het ene concert naar het andere: staat Hermán Mostert soms op de automatische piloot te zingen? „Nee, concerten geven wordt nooit routine. Ook als ik een bepaald stuk voor de derde of vierde keer zing, kan ik zenuwachtig zijn. Ik probeer dan m’n gevoel, m’n emoties weleens te dimmen of zelfs uit te schakelen, maar het lukt me gewoon niet. Ik word elke keer toch weer geraakt door de muziek, het verhaal, het contact met het publiek. Dat stimuleert me om met toewijding muziek te maken en op het hoogst haalbare niveau te presteren. Net als de bakker die elke dag z’n best doet om het lekkerste brood te bakken.”

Liedrecitals

Samen met de Russische pianiste Sofia Vasheruk vormt Hermán Mostert een duo. „We geven recitals met liederen van Schubert, Poulenc, Ravel, Rachmaninov. Samen met een andere pianiste, Rixt van der Kooij, ben ik bezig met liederen van Fauré. Dat is een heel andere manier van muziek maken dan zingen in het Groot Omroepkoor, maar ik doe het allemaal even graag. De overeenkomst is dat je als zanger altijd moet samenwerken met anderen. In je eentje ben je niks.”

Zijn vader trouwde met een buitenlandse vrouw, Hermán Mostert ook. „Mijn vrouw, Astrid Krause, is een Duitse en verdient, net als ik, de kost met zingen. Ze is altmezzo. Daarnaast dirigeert ze drie koren. Soms treden we samen op. Dat zijn de leukste momenten in mijn werk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer