Spotlight: Stripboek over pausen en ketters
Wie wil weten hoe mensen en gebouwen er in de tijd van de Beeldenstorm uitzagen, welke vragen hen bezighielden en hoe ze hun leven inrichtten, kan uren bladeren in het prachtige stripboek over de zestiende-eeuwse kunstenaar Jan van Scorel.
De samenstellers van het boek ”Jan van Scorel – Sede Vacante 1523” zijn niet de minsten. Tekenaar Paul Teng heeft zijn sporen verdiend met historische stripverhalen, uiterst nauwgezet en realistisch getekend, en schrijver Jan Paul Schutten is een veelbekroond schrijver van informatieve kinderboeken. Samen maakten ze al eerder het geschiedenisboek ”Kinderen van Amsterdam”, waarmee ze een Gouden Griffel wonnen.
Het is geweldig om te zien met hoeveel liefde en aandacht Teng en Schutten dit boek over Jan van Scorel hebben gemaakt. Neem de allereerste bladzij: een panorama van Rome in de zestiende eeuw. De tekenaar –die gemiddeld een week over een pagina doet– blijkt niet minder dan vijf weken aan deze ene plaat gewerkt te hebben. Hoe zag Rome er in die tijd precies uit, welke gebouwen stonden er wel, welke niet? Teng las er boeken over, bekeek afbeeldingen, maakte zelf reconstructies van het Vaticaan en de Engelenburcht, en dat leverde uiteindelijk een plaat op die de lezer meteen midden in het hart van de zestiende-eeuwse wereld brengt.
Evenveel vakmanschap is zichtbaar bij schrijver Jan Paul Schutten. Hij had eigenlijk maar weinig om mee te werken. Jan van Scorel (1495-1562) is een beroemde schilder: zelfs tijdgenoten noemden hem al de „lantarendrager” en „stratenmaker” van de Nederlandse kunst, omdat hij als eerste naar Italië ging en daarvandaan zo veel nieuwe inzichten meebracht dat alle kunstenaars in zijn omgeving erdoor beïnvloed werden. Hij kende veel mensen, maakte veel reizen, was schilder, schrijver, architect, uitvinder, kanunnik –de Da Vinci van het noorden– en werd beroemd. Maar hoe maak je van zo’n leven nu een spannend en dramatisch verhaal?
Er waren twee aanknopingspunten. Allereerst: Jan van Scorel was als jonge man in Rome, waar net de enige Nederlandse paus aan de macht gekomen was: Adrianus VI. In het ene jaar van zijn pausschap maakte deze Adrianus zich behoorlijk gehaat met zijn soberheid, zijn bezuinigingen, zijn rechtlijnigheid en zijn kritiek op de uitspattingen van de Vaticaanse geestelijkheid. Toen hij stierf, ging dan ook meteen het gerucht van vergiftiging. Dat is iets waar een schrijver vandaag een spannend verhaal mee kan maken.
De tweede verhaallijn knoopt aan bij wat er kort na de dood van Jan van Scorel met zijn werk gebeurde. Behalve portretten had hij veel altaarstukken en andere kerkelijke kunst gemaakt (waaronder het beroemde Lokhorst-triptiek voor de Mariakerk in Utrecht), en zulke kunst was in de dagen van de Beeldenstorm allerminst veilig. Victor van Scorel, zijn zoon, zorgde er toen in Utrecht voor dat zijn vaders werk uit de kerk gehaald en verstopt werd – zo bleef het behouden voor het nageslacht.
Rond die twee historische gebeurtenissen weet Schutten een mooi verhaal te maken, waarin de samenzwering tegen de paus in 1523 naadloos verweven wordt met het conflict tussen roomsen en protestanten in het Utrecht van 1566. Een (verzonnen) contract dat Jan van Scorel met de paus gesloten zou hebben, speelt daarbij de hoofdrol. Vriend en vijand is ernaar op zoek, wil weten wat er precies gebeurd is in Rome, en wil het contract inzetten om óf de zaak van Rome óf van de Reformatie te dienen.
Als ik dit boek doorblader, kan ik in eerste instantie alleen maar denken: dit is hoe historische fictie gemaakt moet worden. De liefde voor geschiedenis straalt ervan af: het is immers niet makkelijk om op basis van twee portretten van Jan van Scorel als oudere man te reconstrueren hoe zijn gezicht er in zijn jeugd uitgezien moet hebben. Maar dat is wél wat Paul Teng heeft gedaan. Terwijl Jan Paul Schutten uren naar dat gezicht heeft zitten kijken om erachter te komen welk karakter en welke taal er nu bij zo’n man horen.
Bij nader inzien laat het verhaal evenwel toch een wat dubbel gevoel na. Ik vind het geweldig dat kunstenaars op deze manier (kerk)historie dicht bij een breed publiek kunnen brengen. Maar het levensgevoel van de beschreven personen doet soms wat te eigentijds aan. Dat is op zichzelf wel verklaarbaar: laten zien dat mensen van vroeger niet zo anders waren dan mensen van nu is dé manier om een brug te slaan naar een hedendaags publiek. Maar als het over geloofsbeleving gaat, wordt het lastig.
De makers van dit boek zijn integer met het thema ”geloof” omgegaan: het kan niet anders of ze hebben met aandacht gekeken naar de opvattingen van hun zestiende-eeuwers. Er is nuance als het gaat om de kerkelijke conflicten, en de hoofdpersonen praten regelmatig over Gods invloed op het aardse leven: „God zal met ons zijn”, zegt Jan van Scorel, al werpt zijn vriend tegen: „God heeft paus Adrianus ook niet geholpen.” Aan het eind van het verhaal krijgt de kunstenaar echter gelijk: er geschiedt gerechtigheid, de schurken worden gestraft en de helden rusten in vrede. Volgens hem is dat een teken van Gods ingrijpen op aarde.
Alleen, dat die hoofdpersonen nergens iets zeggen over het leven na dit leven, over hemel en hel en de uiteindelijke eeuwige gerechtigheid die alle aardse ongerechtigheid in een veel groter kader zet – een zestiende-eeuwer kan toch niet zonder dat geloof? Dat die dimensie verdwenen is, maakt dat alle opmerkingen over God en geloof, soms ook in combinatie met krachttermen, iets te hedendaags en horizontaal aandoen.
De opdrachtgever van dit boek (het Centraal Museum in Utrecht) zal intussen tevreden zijn met het resultaat. Jan van Scorel is altijd al het paradepaard geweest van dit museum, dat veel van zijn schilderijen bezit. Maar nu krijgen twee van die topstukken –het portret van paus Adrianus en het Lokhorst-triptiek– in dit boek een eigen verhaal, dat bovendien tot in lengte van jaren in het museum verkocht kan worden.
”Jan van Scorel. Sede Vacante 1523”, Paul Teng en Jan Paul Schutten; uitg. Centraal Museum, Utrecht/ Lecturis, Eindhoven, 2013; ISBN 978 94 6226 020 7; 90 blz.; € 17,50.
Lees ook in Digibron:
Beschouwing over de betekenis van Jan van Scorel.
Interview met Ward Wijndelts over de vloeiende grenzen tussen stripverhaal en beeldroman.