De straattypisten van Calcutta zijn overbodig geworden
Typisten waren tientallen jaren een bekend beeld in de straten van de miljoenenstad Calcutta, in het noordoosten van India. Met de komst van de computer is hun werk overbodig geworden. Toch zitten er nog een honderdtal dagelijks klaar om te tikken.
Iedere ochtend loopt Ajay Kumar Nayak naar het drukke voetpad, even buiten het gerechtsgebouw van Calcutta. Al 34 jaar doet Ajay, een van de laatste straattypisten van Calcutta, dagelijks niets anders. Een verslaggever van de BBC zocht hem onlangs op en kreeg alle tijd om hen te spreken: een dubieus signaal dat de zaken niet meer gaan zoals vroeger.
Desondanks is Ajay er iedere ochtend nog. Hij zet dan zijn wiebelige houten tafeltje neer en daarachter een plastic stoeltje. Vervolgens plaatst hij zijn vijftien jaar oude typemachine op de tafel en is hij klaar om aan het werk te gaan: het uittypen van teksten voor klanten die bij hem langskomen.
Twintig jaar geleden telde Calcutta zo’n 2000 straattypisten, nu zijn er nog een paar honderd.
„Nog maar tien jaar geleden zou ik geen tijd hebben gehad om hier met je te praten, mijn vingers zouden de hele dag al tikkend in beweging zijn vanwege de vele opdrachten van passanten”, zegt Ajay. „Het enige wat je dan hoorde was het geratel van de typemachines, nu is het hier vaak erg stil.”
Ajay zwijgt een moment en wijst naar de paar typisten die in de straat naast hem aan een tafeltje zitten. Ook zij hebben het zichtbaar niet druk: de één drinkt een kopje thee, de ander leest een krant. „We hebben niets meer te doen”, zegt Ajay met een zucht. „Nog een paar jaar en niemand die hier nog zit, de computer heeft ons beroep dan de das omgedaan.”
Ajay en zijn collega’s waren in betere jaren dagelijks druk met het uittikken van allerlei soorten teksten, tot liefdesbrieven toe. Ingewikkelde notariële akten vormden de hoofdmoot van hun werk, maar er zaten ook altijd wel huwelijksaankondigingen bij en veel sollicitatiebrieven, inclusief uitgebreide cv’s.
In het vanouds door socialisten bestuurde Calcutta met een omvangrijk overheidsapparaat, was altijd wel een enorme papierwinkel te al tikkend te verstouwen. Maar niet enkel dat. Er klinkt gelach als Ajay de liefdesbrieven noemt. „Dan kwamen jongens naar ons toe met een verlegen lach, en vroegen of we een brief aan een meisje wilden uittikken.” „Misschien moeten we gaan adverteren dat we ook scheidingsbrieven uittikken, dat zou ons vandaag de dag weer wat meer werk opleveren”, reageert Ajay’s buurman met een glimlach.
De mannen stoppen direct met praten op het moment dat een mogelijke klant in hun richting loopt. Alle ogen zijn op hem gericht, maar algauw blijkt dat de man niet naar hen op zoek is. Prompt ontspannen de gezichten van de typisten weer.
Ajay herinnert zich de goede tijden nog maar al te goed. „Enkele kilometers verderop vind je het Suffee College voor Commerciële Opleidingen. Tientallen jaren kwamen studenten van dit instituut hier bij ons typen leren en ik weet dat op de begane grond van het gebouw nog altijd een lokaal is dat vol staat met Remingtontypemachines, netjes op houten tafels neergezet, maar die worden nog maar zelden gebruikt.”
„Volgend jaar is het voor het laatst dat we hier typeles geven”, vertelt Mohammed Quamar Hamid, wiens familie sinds de oprichting het instituut leidt. „Er is geen vraag meer naar en als ik studenten uitnodig om hun typevaardigheid te oefenen op deze oude typemachines, kijken ze me verbaasd aan: waarom zouden we?”
Mohammed vraagt me mee te gaan naar een ander lokaal, waar een lange rij computers staat opgesteld met daarachter een groep jonge vrouwen van begin twintig. „Om in India een felbegeerd baantje te vinden, moeten ze computerkennis en -vaardigheden hebben, niemand die nog wat kan met een typemachine. Over een paar jaar is de enige plek waar je die nog aantreft het museum.” De vrouwen in het lokaal knikken instemmend. Een van de hen, Neha, heeft zojuist een score van 97 procent foutloos typen op haar computer behaald en beaamt dat „ouderwets” leren typen geen enkele waarde meer heeft. „En op een computer is het veel gemakkelijker om fouten te corrigeren dan op zo’n ouderwetse typemachine” .Alleen enkele oude mannen komen hier nog om op die dingen te ratelen, weet ze.
„Wij moeten meegaan met de technische modernisering en niet achterom kijken naar wat voorbij is. Typemachines maken geen deel meer uit van onze leefwereld.”
Divya, een van de studentes in het lokaal, noemt als argument het zware tikken en de lastige procedures die bij het ouderwetse typen horen. „Wij willen het allemaal graag wat gemakkelijker.”
Buiten bij het gebouw van het gerechtshof, heeft Ajay Kumar Nayak toch nog een klant te pakken. Maar nadat hij de notariële akte heeft uitgetikt (waarvoor hij 7 roepies krijgt) is het weer wachten geblazen.
Ajay herinnert zich nog dat hij met typen begon – simpelweg omdat hij geen ander werk kon vinden. Niemand zou hij adviseren om nog zijn voorbeeld te volgen. „Het zijn enkel nog oude mannen die het praktiseren, geen enkele jongere die ertussen zit.”
Na die ene klant komt er de rest van de dag niemand meer opdagen om iets te laten uittikken. Na een dag tevergeefs wachten, staat Ajay op en gaat naar huis. Weglopend roept hij me nog na: „Kom gauw nog eens terug, want het duurt niet lang meer voordat je ons hier niet meer ziet.”