Positie Palestijnse christenen bijzonder kwetsbaar
De Europese Unie zou snel moeten overgaan tot het verlenen van hulp aan Palestijnse christenen, betogen drs. B. Belder en drs. D. J. Diepenbroek.
Het Palestijnse probleem valt in Europese ogen nagenoeg samen met dat van de zogeheten nederzettingen. Hoe het de burgerbevolking onder de Palestijnse Autoriteit vergaat, telt blijkbaar minder. Laat staan dat Brussel oog heeft voor de slinkende minderheid van christenen op de Westelijke Jordaanoever.
Voor de bescherming van haar geestelijke en materiële rechten richten de Palestijnse christenen zich echter tot de Europese Unie.
„Wij hebben hier geen toekomst.” Samir Qumsieh, een vooraanstaande christen uit Beit Sahor (nabij Bethlehem), ziet de situatie somber in. Terwijl het moslimextremisme op de Westelijke Jordaanoever groeit, doen de christelijke leiders nauwelijks wat. Volgens Qumsieh zijn het „lafaards” die zich drukker maken over het naar de buitenwereld toe presenteren van een Palestijns eenheidsfront tegen Israël, dan over de grote interne problemen.
De problemen waar Palestijnse christenen mee te maken hebben, zijn niet mis. Er is sprake van toenemende emigratie, lage geboortecijfers en verborgen discriminatie.
Het slinkend aantal christenen wakkert het moslimextremisme aan en dat doet nog meer christenen wegtrekken, aldus Qumsieh. „Een vicieuze cirkel. En nu is al-Qaida ook nog aanwezig op de Westelijke Jordaanoever. Dat vergroot onze problemen.”
Doelwit
Qumsieh is niet de enige die sombert over de situatie van Palestijnse christenen op de Westoever. Zijn beschrijving komt overeen met datgene wat een anonieme expert schildert. Vrees en boosheid over de precaire maatschappelijke positie van de christenen blijven in het gesprek niet onbenoemd.
Die vrees uit zich bijvoorbeeld in de angst voor ontvoering. Onlangs was er een poging tot kidnapping van twee christelijke leraressen op weg naar school. Christelijke ouders laten hun kinderen alleen per taxi reizen als de chauffeur ook een christen is.
En dan zwijgen we nog over het, naar eigen zeggen, constante fysieke gevaar voor christelijke vrouwen en meisjes in de Palestijnse gebieden. Zij vormen overigens eveneens een geestelijk doelwit vanwege gedwongen overgang naar de islam na een huwelijk.
Kerk
De boosheid van Palestijnse christenen richt zich vooral op corrupte voorgangers van de orthodoxe kerken. De voorgangers verkopen voor goed geld kerkelijke landerijen aan moslims en pappen aan met welgestelde families.
Wat wil je ook, redeneren Palestijnse christenen, de meeste kerkelijke leiders zijn zelf niet Palestijns. Ze hebben vaak een buitenlands paspoort. Waarom zouden zij opkomen voor de belangen van hun ‘schapen’, de Palestijnse christenen?
Het resultaat is dat veel arme Palestijnse christelijke gezinnen hulp zoeken én krijgen van evangelische kerken en bewegingen. Dit is tegen het zere been van de orthodoxe kerken. Zij keren zich vervolgens samen met de autoriteiten tegen dit ‘gevaar’.
Werk
De verborgen discriminatie van Palestijnse christenen, waarover Samir Qumsieh uit Beit Sahur spreekt, manifesteert zich op schrijnende wijze bij het zoeken naar werk. Voor een maatschappelijke minderheid vaak een hele opgave.
Komen er banen vrij, dan gaan die doorgaans naar de meerderheid: naar moslims. Dat is zeker het geval als een geloofsgenoot de eigenaar is van de onderneming. Vaak beter gekwalificeerde christelijke sollicitanten zijn de verliezers in een sollicitatieronde.
Wat moet er door de voorganger van een Palestijnse kerkelijke gemeente heengaan als 65 procent van de kerkleden werkloos is?
Saillant is intussen het gegeven dat momenteel zo’n 35 procent van de Palestijnse bevolking op de Westelijke Jordaanoever rondkomt van Israëlische salarissen. Reden hiervoor is het gegeven dat het gemiddelde Palestijnse uurloon (1,40 tot 2,50 euro) flink onder de gegarandeerde Israëlische minimumuurlonen (5,30 euro) ligt.
Naar schatting ruim 110.000 Palestijnse werknemers vallen onder het Israëlische arbeidsrecht. Als we rekening houden met de traditionele Palestijnse familiestructuur, dan steunen zo’n 800.000 van de in totaal 2,3 miljoen Palestijnen op de Israëlische economie. Dat maakt meteen duidelijk waarom een 21-jarige inwoner van Bethlehem stelt liever onder Israëlische controle te blijven. „Dat is voor ons christenen beter.”
Waarschuwing
Een van onze informanten concludeert: „Na gesprekken met kerkleiders, individuele personen en families kom ik tot de overtuiging dat wij binnen vijf jaar de christenen op de Westelijke Jordaanoever in dezelfde positie zien verkeren als de kopten in Egypte, de resterende christenen in Gaza alsmede geloofsgenoten in Syrië en Irak. Als Europa niet meteen besluitvaardig optreedt zal het Heilige Land er binnen tien jaar niet langer uitzien zoals nu.”
De SGP-eurofractie neemt deze ernstige waarschuwing en dringende oproep serieus door haar te adresseren aan de bevoegde beleidsmakers in Brussel. Het is hoog tijd dat de Europese Unie zich sterk maakt voor de kwetsbare, christelijke minderheid in de Palestijnse gebieden.
De auteurs zijn respectievelijk lid en beleidsmedewerker van de SGP-eurofractie.