Dat bleek donderdag tijdens een bijeenkomst van EnergieNed, de branchevereniging van energiebedrijven. Voor het einde van dit decennium moet er meer capaciteit bij komen, zo meent EnergieNed. Het duurt minstens vier jaar voor een gas- of kolengestookte centrale er kan zijn.

„De vraag naar stroom blijft gestaag groeien”, zei voorzitter A. Korff. „Nederland leunt al voor 20 procent van zijn verbruik op geïmporteerde stroom.”

EnergieNed verwacht dat op langere termijn in Nederland 1000 megawatt aan capaciteit extra moet worden bijgebouwd, naast de huidige capaciteit van 20.618 megawatt en de bestaande bouwplannen van enkele producenten. De branche denkt aan kolen- of gasgestookte centrales, omdat kernenergie in Nederland geen draagvlak heeft.

Kolencentrales stoten echter veel CO2 uit. Nederland heeft zich in het Kyoto-verdrag verplicht de uitstoot van dat broeikasgas terug te dringen. Pas als duidelijk is hoeveel Nederlandse stroombedrijven moeten bijdragen, kan worden berekend of het efficiënt is om zo’n centrale te bouwen.

EnergieNed heeft een langetermijnvisie gestuurd aan de politiek. Daarin staat dat Nederland minder afhankelijk moet worden van stroom uit het buitenland. Het vervoer van brandstof (kolen of gas) naar een centrale dicht bij de afnemers is goedkoper dan het transport van elektriciteit over hoogspanningskabels van honderden kilometers lang. Bovendien is dat volgens EnergieNed beter voor het milieu.

EnergieNed denkt dat Nederland van importeur een exporteur van stroom kan worden. Sinds de liberalisering van de energiemarkt is Nederland geen afzonderlijke markt meer. Nederland past in een regio die ook Noord-Frankrijk, België en Noord-Duitsland omvat.

Nederland heeft alle voorwaarden om bij te dragen aan de levering van energie in eigen land en de omliggende regio, zo meent J. Verwer, directeur van E.on Nederland, die namens de producenten het woord voerde. „We hebben grote gasvoorraden, een uitstekend gasleidingnet, goede mogelijkheden voor de aanvoer van kolen en een grote koelwatercapaciteit aan zee”, vatte hij samen.

Over de vraag of hij liever een kolen- of een gascentrale wil, liet hij zich niet uit. Een centrale die op gas gestookt wordt, is door de hogere brandstofprijzen duurder dan een installatie die op kolen draait, maar stoot minder CO2 uit. „Bij de prijs voor opwekking van stroom gaat 60 procent op aan de gaskosten”, lichtte Verwer toe. Hoewel de stroomprijzen de komende jaren nog wel zullen oplopen, denkt Verwer niet dat die prijzen nieuwbouw rechtvaardigen.

Volgens de milieuorganisatie Greenpeace moeten bedrijven juist niet meer investeren in grijze stroom maar in duurzame energie. „Bedrijven moeten daartoe het lef hebben”, zei J. Thijssen van de organisatie. „Ze hebben vooral kennis van kolen en gas. Ze moeten meer kijken naar groene stroom.” Voor Greenpeace ligt de oplossing in de bouw van windmolens in zee.