Koning gaat poseren voor staatsieportretten
Ze hangen straks in gemeentehuizen, rechtbanken en verzorgingshuizen: de nieuwe staatsieportretten van koning Willem-Alexander. Donderdag maakte een jury de namen bekend van de drie kunstenaars voor wie de koning gaat poseren.
Het was donderdag een klein kunstenaarsfeestje. In het Rijksmuseum in Amsterdam was een rij kunstenaars aanwezig op uitnodiging van het Mondriaan Fonds.
Het stimuleringsfonds voor beeldende kunst en cultureel erfgoed kreeg begin september van de Rijksvoorlichtingsdienst en het ministerie van Cultuur de opdracht –en het budget– om de totstandkoming van drie staatsieportretten te begeleiden. Het fonds vond het een eer en een uitdaging de selectie te verzorgen, zei directeur Birgit Donker donderdag.
Twaalf kunstenaars kregen in november de uitnodiging om een schetsontwerp te maken voor een staatsieportret. Deze kunstenaars waren geselecteerd uit een lange lijst kandidaten.
De opdracht aan de twaalf luidde een „herkenbaar, monumentaal en representatief werk” te maken. Het ontwerp moest „tegelijkertijd verrassen.”
De twaalf kunstenaars gingen aan het werk. Het betrof Hans Broek (geboren in 1965, woont en werkt in New York.), Iris van Dongen (1975, Rotterdam en Berlijn), Rineke Dijkstra (1959, Amsterdam), Hadassah Emmerich (1974, Heerlen en Berlijn), Ringel Goslinga (1969, Amsterdam), Natasja Kensmil (1973, Amsterdam), Femmy Otten (1981, Amsterdam), Sam Samiee (1988, Amsterdam), Berend Strik (1960, Amsterdam), Emo Verkerk (1955, Den Helder), Koen Vermeule (1965, Amsterdam) en Ina van Zyl (1971, Amsterdam). Hun ontwerpen zijn tot en met 15 april in het Rijksmuseum te zien.
Moeilijkheid
Vorige week maandag bogen Taco Dibbits (directeur collecties van het Rijksmuseum in Amsterdam), Wilma Sütö (curator moderne en hedendaagse kunst van het Stedelijk Museum Schiedam) en Luc Tuymans (beeldend kunstenaar) zich over de inzendingen, onder leiding van Donker van het Mondriaan Fonds. Zij moesten er drie uithalen.
De jury gaf donderdagavond aan verrast te zijn door de diversiteit van de inzendingen. „Het comité heeft veel respect voor de inzet waarmee alle kunstenaars in het korte tijdsbestek van zes weken aan deze opdracht gewerkt hebben, met als extra moeilijkheid dat het schetsontwerp gerealiseerd moest worden zonder daarbij de geportretteerde, koning Willem-Alexander, te ontmoeten en zonder daarvoor eigen foto’s als basis te kunnen gebruiken.”
Voor sommige kunstenaars was het lastig om persoon en ambt van Willem-Alexander in het ontwerp te combineren, constateerde de jury. „Veel kunstenaars hebben geworsteld met de vermeende tegenstelling tussen de persoon en de functie die de koning bekleedt. De leden van het expertcomité zijn echter van mening dat die twee elementen, zeker in het huidige tijdperk, nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn.” De jury koos daarom juist voor een portret „waarin de persoonlijkheid en de symboolfunctie samenvallen.”
Alles afwegend kwam de jury tot de keuze voor de ontwerpen van Iris van Dongen, Rineke Dijkstra en Femmy Otten. „Zonder daarbij iets af te willen doen aan de inzet en de inzendingen van de andere negen kunstenaars.” De jury heeft met deze keuze voor de veilige gulden middenweg gekozen, zeggen kenners.
Geen bemoeienis
De koning heeft geen bemoeienis gehad met de selectie, zei Donker. „De koning heeft de winnende portretten wel gezien. Maar pas nadat de selectie was gemaakt.”
De originele portretten worden –als ze in de loop van dit jaar klaar zullen zijn– eigendom van de staat. „Een stichting die onder het ministerie van Algemene Zaken valt, krijgt ze in eigendom.”
Ze worden daarna gereproduceerd, zodat elke overheidsinstelling of andere organisatie die er een wil hebben een exemplaar kan bestellen. „Tegen een acceptabel tarief”, aldus Donker. Zij sprak van een bedrag van maximaal een paar honderd euro, inclusief lijst. „De portretten moeten ook betaalbaar zijn voor een verzorgingshuis.”
Jurylid: Dapper dat koning kunstenaars het vertrouwen geeft
Portretten vormen een uitzonderlijk genre. Staatsieportretten zijn daarbinnen een nog bijzonderder subcategorie. Dat zei jurylid Wilma Sütö donderdagavond. De curator van Stedelijk Museum Schiedam noemde portretten werken met „een mysterieuze component. Want in een portret probeert de kunstenaar de kloof tussen uiterlijk en innerlijk te overbruggen. Bij een goed portret is het alsof je door het uiterlijk heen kunt grijpen.”
Een staatsieportret moet volgens Sütö „het beste van beide hebben. Daar bedoel ik mee: treffend op afstand en boeiend van dichtbij. Als je bijvoorbeeld een rechtbank of ambassade binnenstapt, moet het portret direct herkenbaar zijn. Tegelijk moet er iets in te ontdekken zijn als je naderbij komt.”
Als voorbeeld noemde Sütö het ontwerp van Iris van Dongen. De kijker heeft direct „een blikwisseling” met de koning, vond zij. „Maar ook de achtergrond is een blikvanger. Vooral het geweven doek met uitbundige leeuwen heeft iets ceremonieels. Dat past bij een staatsieportret.”
Rechts in het portret is tegelijk iets van het werk van de kunstenaar Mondriaan te zien. „Symbolisch. Dat laat zien dat het Koninklijk Huis pal staat voor de schilderkunst. Dat blijkt ook uit het feit dat de koning de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst voortzet. Het is dapper dat de koning de Mondriaan Stichting, en daarmee de kunstenaars, het vertrouwen geeft staatsieportretten te selecteren. De koning had ook zelf een opdracht kunnen geven aan een portrettist. Dat heeft hij niet gedaan.”
Iris van Dongen
Kunstenaar Iris van Dongen noemde het net als de andere twee winnaars een „grote eer” gekozen te zijn. Met een portret van de koning voelt zij zich „in de traditie van de kunst staan”, omdat portretschilderijen van alle tijden zijn.
Toen Van Dongen het verzoek kreeg een schetsontwerp te maken, brak er „even paniek uit”, vertelde zij donderdagavond enthousiast. „Want ik fotografeer de te portretteren persoon altijd eerst. En dat kon in dit geval niet. Toen ben ik gaan googelen. Ik heb twee foto’s gevonden die me erg aanspraken, die heb ik als uitgangspunt genomen.”
Van Dongen omschrijft zich als portrettist. Toch wordt het nu anders. „Ik werk normaal met veel donker en licht. Ik wilde de koning op een opener en lichter manier benaderen. Het uiteindelijke resultaat zal een mix zijn. Ik ga in een donkere kamer met licht om hem heen lopen.”
Rineke Dijkstra
Fotograaf Dijkstra moest een noodoplossing zoeken om een goede inzending te maken. „Als fotograaf ben je gebonden aan de werkelijkheid. Maar ik kon de koning niet fotograferen. Dus heb ik gebruikgemaakt van een stand-in. Het is nu koning Pieter. Maar het laat wel zien hoe ik de foto straks voor me zie.”
Omdat Dijkstra foto’s van de koning maakte voor een nieuwe postzegel, had zij een voorsprong, gaf ze donderdag toe. Zij heeft de koning toen als „heel vriendelijk en aardig” ervaren. „Hij werkte goed mee en maakte grapjes.”
Ze ziet uit naar de fotosessie. „Het gaat over de dynamiek van het moment dat je elkaar ontmoet. Omdat ik met een heel grote camera met platen werk, duurt een fotosessie altijd even. Dan zijn er voldoende concentratiemomenten. Het gaat uiteindelijk om de gezichtsuitdrukking. Ik probeer met de koning te praten en hem op zijn gemak te stellen.”
Femmy Otten
Kunstenares Femmy Otten vond het moeilijk een portret te maken van iemand die zij niet ontmoet had. Maar ze denkt er toch in geslaagd te zijn.
In haar werk streeft zij naar „roerloosheid”, zei Otten donderdagavond. Zij laat zich inspireren door de Vlaamse primitieven en Italianen. „Die vind ik zo ontroerend.” Zij houdt van de portretkunst. „Toen ik voor het eerst een portret van Rogier van der Weijden zag was ik zo onder de indruk. Dat zo’n portret je na honderden jaren nog aankijkt!”
Otten koos ervoor de koning vanaf zijn buik en daarboven te portretteren. „Op drievierde. Je hebt contact, maar gelijk straalt deze weergave uit dat je hem moet delen met heel veel andere Nederlanders.”
Haar ontwerp bevat „boeiende nuances”, vond de jury. Zo herinnert „het cijfer 52 in de randen van het werk bijvoorbeeld aan de saluutschoten afgevuurd bij de geboorte van de koning.” Links van de koning is ook een lege kogelhuls afgebeeld. „De 52e”, aldus Otten.