Het Vaticaan wordt ervan beschuldigd pedofiele priesters te hebben beschermd ten koste van de slachtoffers. Monseigneur Charles Scicluna, voormalig aanklager voor zedenzaken van de kerkstaat, erkende dat de Heilige Stoel traag heeft gehandeld om de crisis het hoofd te bieden, maar zei dat er nu toewijding is om dat wel te doen. Hij moedigde aanklagers aan actie te ondernemen tegen eenieder die de rechtsgang frustreert, suggererend dat bisschoppen die priesters van bisdom naar bisdom verplaatsen zich moeten verantwoorden.

„De Heilige Stoel begrijpt het”, zei Scicluna. „Laten we niet zeggen ‘te laat of niet’. Maar er zijn bepaalde zaken die anders moeten worden aangepakt.” Hij reageerde op de kritiek van de VN-commissie dat de Heilige Stoel zich niet aan de VN-conventie voor de rechten van het kind houdt. Ondertekenaars van die conventie - waaronder het Vaticaan - moeten alle mogelijke maatregelen nemen om kinderen te behoeden voor kwaad.

Criciti stellen dat de kerk het misbruik van duizenden kinderen mogelijk maakte door pedofiele priesters te beschermen om zo haar reputatie geen schade toe te brengen.

De commissie vroeg het Vaticaan gegevens over de omvang van het probleem te verstrekken en te laten weten wat er is gedaan om het probleem aan het pakken. Ook wil de commissie weten wat paus Franciscus gaat doen met de nieuwe commissie die in het leven is geroepen om de beste manieren te vinden om kinderen tegen seksueel misbruik te beschermen en slachtoffers bij te staan.

De Heilige Stoel benadrukt sinds lange tijd niet verantwoordelijk te zijn voor misbruik door priesters, door te stellen dat ze geen werknemers van het Vaticaan zijn, maar leden van de 1,2 miljard leden tellende katholieke kerk waarover de kerk beperkte controle heeft. De bisschoppen zouden verantwoordelijk zijn voor de priesters, niet de paus. Slachtofferorganisaties zeggen echter dat het Vaticaan bisschoppen heeft geprobeerd te ontmoedigen om misbruikers bij de politie aan te geven.