Ruto had verzocht een deel van de behandeling van zijn zaak te mogen missen, omdat hij in eigen land aan zijn plichten als bewindsman moet voldoen. De rechter ging daarmee akkoord, maar sommeerde hem wel bij een aantal onderdelen aanwezig te zijn.

Zo moet hij hoe dan ook de slotverklaringen en het vonnis bijwonen. Daarvoor moet Ruto komen luisteren naar verklaringen van slachtoffers van het etnische geweld in de nasleep van de verkiezingen van 2007, waar hij volgens de aanklagers medeschuldig aan is.

Naast Ruto moet ook zittend president Uhuru Kenyatta zich verantwoorden voor de onlusten, die naar schatting 1200 mensen het leven kostten. Zijn zaak zou op 5 februari beginnen, maar hoofdaanklaagster Fatou Bensouda heeft om uitstel verzocht, aangezien de aanklagers hun bewijs nog niet rond hebben.

Kenyatta is het eerste zittende staatshoofd dat door het ICC wordt vervolgd, tot frustratie van Kenia en andere Afrikaanse landen die het vervolgingsbeleid bij het ICC selectief noemen. De Afrikaanse Unie pleitte er vorig jaar nog - zonder succes - voor om staatshoofden pas te berechten als ze niet meer in functie zijn.