„Jeugdbendes zijn volwassen probleem”
DEN HAAG (ANP). Het vraagt een lange adem om de 976 jeugd- en straatbendes in Nederland aan te pakken. Hoewel het aantal problematische jeugdgroepen sinds de eerste meting in 2009 gestaag afneemt, is het een hardnekkige plaag.
„We noemen het jeugdcriminaliteit en daardoor lijkt het minder ernstig, maar het is een volwassenen probleem. We moeten er bovenop zitten en jongeren laten weten dat we ze in de gaten houden”, zegt criminoloog Henk Ferwerda, directeur van het Arnhemse onderzoeksbureau Beke. Sinds een jaar of vijf volgt hij de 731 hinderlijke jeugdgroepen, de 186 overlastgevende straatbendes en de 59 criminele groepen jongeren op de voet.
In de laatste categorie is voorlopig weer een criminele straatbende uitgeschakeld. De politie Haaglanden lichtte dinsdagmorgen in alle vroegte 11 jongeren tussen 17 en 20 jaar van hun bed. Zij worden verdacht van zeker 25 woninginbraken, straatroven, gevallen van intimidatie en mishandeling alsmede het plegen van overlast in de Haagse wijk Zuidwest.
Stad en regio Den Haag staan volgens de laatste cijfers van 2012 met 11 criminele jeugdbendes op de tweede plaats in het landelijke klassement. De politieregio Utrecht telt volgens bureau Beke 18 criminele jeugdgroeperingen. Grote steden springen er sowieso uit.
„Het is voornamelijk een grootstedelijk probleem rond achterstandswijken, waarbij schooluitval, jeugdwerkloosheid en een concentratie van allochtone jongeren invloed hebben”, zegt Ferwerda. „We zien het echter ook in gemeenten als Culemborg en Zaltbommel met soortgelijke factoren.”
De daling van het aantal problematisch jeugdgroepen is volgens Ferwerda een gevolg van een gerichte aanpak van jeugdbendes, ingezet door toenmalige minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) en minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie). „Deze aanpak heeft absoluut prioriteit”, aldus de criminoloog.
Hij verwijst naar de top-600 in Amsterdam, waarbij burgemeester Eberhard van der Laan criminele jongeren in beeld heeft gebracht. Ferwerda: „Dat levert op termijn rendement op. Jongeren vinden het niet leuk als ze uit de anonimiteit van zo’n grote straatbende worden gehaald.”
De criminoloog signaleert ook het ‘Dalton-effect’, een verwijzing naar de criminele Dalton-familie uit de Lucky Luke-strips. „Jonge broertjes die het voorbeeld van hun oudste broer volgen en ook in zo’n jeugdbende terecht komen.”
Hij gelooft niet in een relatie met de huidige economische omstandigheden, waarbij jongeren minder rooskleurige vooruitzichten hebben. Ferwerda: „In 2009 was het met de economie beter gesteld, maar waren er veel meer problematische jeugdgroepen.”