Nobi Digal: Ik vervolgde christenen als een beest (video)
Christenen vormen in de Indiase deelstaat Orissa een kleine minderheid, naar schatting twee procent van de bevolking. Al vele jaren zijn hier extremistische hindoegroeperingen actief die christenen als een gevaar zien voor de Indiase cultuur. Ze beschuldigen christenen ervan hindoes onder dwang te bekeren tot het christendom.
Hoewel christenen in Orissa zwaar onder druk staan, maakt de kerk een sterke groei door. Elke maand worden er tussen de vijftig en honderd hindoes gedoopt. Hindoes zijn verbaasd dat christenen niet terugslaan en liefde tonen tegenover diegenen die hen veel leed aangedaan hebben.
De haat van extremistische hindoes tegen christenen in Orissa kwam tot een uitbarsting in 2008, nadat een bekende hindoepriester werd vermoord. Hoewel Maoïsten de moord opeisten, kregen christenen de schuld. Extremistische hindoes hitsten de lokale bevolking op om christenen te vermoorden en hun huizen in brand te steken. In een paar weken tijd werden zesduizend huizen van christenen verwoest en driehonderd kerken vernield. Ruim honderd gelovigen kwamen om het leven en vijftigduizend christenen sloegen op de vlucht.
Een van de hindoes die meedeed aan dit geweld, was Nobi Digal (30). SDOK, een organisatie die vervolgde christenen steunt, ontmoette hem onlangs in Orissa, vijf jaar na de gebeurtenissen. „Ik brandde van boosheid als ik aan christenen dacht”, vertelde Nobi. „Ik vervolgde hen als een beest.” Hoewel hij naar eigen zeggen geen christenen heeft vermoord, heeft Nobi hen wel mishandeld en huizen en een kerk in brand gestoken. In de periode na de aanvallen op christenen, kwam Nobi in contact met dominee John Digal. Hoewel John zelf slachtoffer was van het geweld, hielp hij Nobi. Nobi kwam tot geloof en werd zo van een vervolger een volgeling van Christus.